De toekomstige tijd: will of to be going to

De toekomstige tijd: will of to be going to
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

De toekomstige tijd: will of to be going to

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je de regels en het gebruik van de toekomstige tijd met will en to be going to uitleggen en toepassen in zinnen.

Slide 2 - Slide

Introduceer de leerdoelen en leg ze kort uit, zodat de studenten weten wat ze aan het eind van de les zullen bereiken.
Wat is de toekomstige tijd?
De toekomstige tijd wordt gebruikt om te praten over dingen die gaan gebeuren. Het kan worden uitgedrukt met will of to be going to.

Slide 3 - Slide

Leg kort uit wat de toekomstige tijd is en hoe het wordt gebruikt.
Will
Will wordt gebruikt voor voorspellingen, beloftes en spontane beslissingen. Het wordt gevormd door 'will' + het hele werkwoord.

Slide 4 - Slide

Leg uit wanneer en hoe 'will' wordt gebruikt en geef enkele voorbeelden.
To be going to
To be going to wordt gebruikt voor plannen en intenties. Het wordt gevormd door 'to be' + 'going to' + het hele werkwoord.

Slide 5 - Slide

Leg uit wanneer en hoe 'to be going to' wordt gebruikt en geef enkele voorbeelden.
Verschillen tussen will en to be going to
Will wordt gebruikt voor spontane beslissingen, terwijl to be going to vooraf geplande acties aangeeft. To be going to wordt ook gebruikt wanneer er duidelijke tekenen zijn dat iets gaat gebeuren.

Slide 6 - Slide

Vergelijk de verschillen tussen will en to be going to en geef enkele voorbeelden.
Oefening 1
Vul de juiste toekomstige tijd in: will of to be going to. Hij ... (to make) een afspraak met de dokter.

Slide 7 - Slide

Geef een oefening en laat de studenten de juiste toekomstige tijd invullen.
Oefening 1 - Antwoord
Hij gaat een afspraak maken met de dokter.

Slide 8 - Slide

Geef het antwoord en bespreek kort waarom 'to be going to' de juiste keuze is.
Oefening 2
Vul de juiste toekomstige tijd in: will of to be going to. Ze ... (to buy) een cadeau voor haar vriendin.

Slide 9 - Slide

Geef nog een oefening en laat de studenten de juiste toekomstige tijd invullen.
Oefening 2 - Antwoord
Ze gaat een cadeau kopen voor haar vriendin.

Slide 10 - Slide

Geef het antwoord en bespreek kort waarom 'to be going to' de juiste keuze is.
Oefening 3
Maak een zin met will en een zin met to be going to over iets dat je in de toekomst gaat doen.

Slide 11 - Slide

Laat de studenten een eigen zin maken met zowel will als to be going to.
Oefening 3 - Antwoord
Antwoorden variëren.

Slide 12 - Slide

Bespreken de antwoorden kort en bevestig of ze correct zijn gebruikt.
Samenvatting
De toekomstige tijd wordt gebruikt om te praten over dingen die gaan gebeuren en kan worden uitgedrukt met will of to be going to. Will wordt gebruikt voor voorspellingen, beloftes en spontane beslissingen, terwijl to be going to wordt gebruikt voor plannen en intenties.

Slide 13 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen.
Vragen
Zijn er nog vragen over de toekomstige tijd?

Slide 14 - Slide

Geef de studenten de kans om vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Einde van de les
Bedankt voor het volgen van deze les over de toekomstige tijd met will en to be going to!

Slide 15 - Slide

Rond de les af en geef de studenten een positieve boodschap mee.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.