Les 6 - Woordenschat + oefening ww-spelling

Wat gaan we doen?
  • Eerst: huiswerkcontrole
  • Daarna gaan we 15 minuten lezen.
  • We oefenen daarna een kwartier op ww-spelling met een nieuwe oefening en we behandelen de resultaten.
  • We gaan verder met woordenschat.
  • Tijd over? Nieuwsquiz!
  • En sluiten daarna de les af.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Eerst: huiswerkcontrole
  • Daarna gaan we 15 minuten lezen.
  • We oefenen daarna een kwartier op ww-spelling met een nieuwe oefening en we behandelen de resultaten.
  • We gaan verder met woordenschat.
  • Tijd over? Nieuwsquiz!
  • En sluiten daarna de les af.

Slide 1 - Slide

Lezen         


Je leest in stilte 15 minuten uit je leesboek voor je fictieopdracht..
Heb je je boek niet bij? Laat dit direct weten.

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Oefenen met werkwoordspelling

Je komt tot de juiste spelling door het stellen van de volgende vragen aan jezelf:

  1. Is het werkwoord een persoonsvorm?
  2. Zo ja: in welke tijd moet je het word schrijven, tt of vt?
    Zo nee: wat voor woordsoort is het wel: vd, od, bn, gw, inf?
  3. Welke persoon vormt het onderwerp: ik, jij, hij/zij/het of meervoud?
  4. Bepaal stam en/of ik-vorm.
  5. Pas indien nodig trucjes en vervolgens de juiste spellingsregel toe.

Maak nu de opdracht die uitgedeeld wordt: je mag zachtjes overleggen met je buur. 
Klaar? Lees nog even.

Slide 3 - Slide

timer
15:00

Slide 4 - Slide

Aan de slag met woordenschat
Het woord van de dag:
SPLIJTZWAM


Slide 5 - Slide

Woordenschat
De vorige keer hebben we behandeld:
Opsomming: drieslag, climax, omgekeerde climax
Tegenstelling
Herhaling

Daar voegen we nu aan toe:
Understatement
Eufemisme
Hyperbool

Slide 6 - Slide

Woordenschat
Wat is een understatement?
Een understatement is een afzwakking: je maakt het minder erg dan het is.

Wat is een hyperbool?
Een hyperbool is een overdrijving, je maakt iets (veel) erger dan het is.

Slide 7 - Slide

Woordenschat
En wat is dan een eufemisme?
Een eufemisme een verzachting: je maakt iets minder hard of erg, om zachter over te komen.

Het verschil tussen eufemisme en understatement: bij de eerste maak je iets ergs zwakker om te verzachten, bij een understatement maak je iets ergs juist minder erg om de ernst te versterken en vaak heeft een understatement ook een vorm van spot (ironie, sarcasme, cynisme).

Slide 8 - Slide

Woordenschat
Maak nu opdracht 2 op bladzijde 56. 

  • Je hebt 7 minuten de tijd.
  • In zacht overleg met je buur.
  • Klaar? Doe stil iets voor jezelf.


timer
7:00

Slide 9 - Slide

Huiswerk
Bekijk de video 'Duitse Dieren' van de Dierenwinkel van Jiskefet op Youtube. 

Vind twee understatements en noteer tenminste acht woorden of uitdrukkingen die je niet kent, raad of zoek de betekenis en noteer deze.

Slide 10 - Slide

Afsluiting
 We hebben geoefend op werkwoordspelling en je volgt het schema bij het goed spellen van werkwoorden.

We kennen nu nog drie nieuwe stijlfiguren: understatement, hyperbool en eufemisme en de verschillen hiertussen.

Je maakt de huiswerkopdracht voor woordenschat: de Jiskefetvideo.

Tijd over? Nieuwsquiz!

Slide 11 - Slide

Pak je mobiel, we spelen via Kahoot.
Na de quiz: mobiel in je tas.

Slide 12 - Slide