B4 GR: pers+bez vnw

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Goedemorgen allemaal!

- Ga zitten

- Start je laptop op

- Inloggen in LessonUp

Afspraken

Wat gaan we doen?

1. Herhaling meewerkend voorwerp

2. Herhaling woordsoorten (ww, znw, bnw, lw, vz)

3. Uitleg persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

4. Oefenen blok 4 grammatica

Doel: 

- Na deze les hebben we de woordsoorten en het meewerkend voorwerk (van gisteren) herhaald.

- Na deze les hebben we geoefend met het persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord

Meewerkend voorwerp

Aan/voor wie?

Ik koop bloemen voor mijn vriendin.

De politie geeft de boete aan de overtreder.

Mijn zusje en ik bakken opa een taart.

De leerlingen geven het huiswerk aan de docent.

1. Aan de docent
2. De docent
3. Geven
4. De leerlingen

Herhaling woordsoorten

Werkwoorden: doe woorden
Wat is het werkwoord in onderstaande zin?
Ik loop naar school.

Zelfstandig naamwoord: mensen, dieren, dingen, namen
Wat is het zelfstandig naamwoord in onderstaande zin?

De kat eet het voer

Lidwoorden: de, het, een
Wat zijn de lidwoorden in onderstaande zin?

De puppy eet het gras.

Bijvoeglijk naamwoord: zegt wat over het woord erna.
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in onderstaande zin?

De rode auto vliegt door de bocht.

Voorzetsel: op, naast, in, achter, enz
Wat is het voorzetsel in onderstaande zin?

Het bange vogeltje verstopt zich achter de boom.

Persoonlijk voornaamwoord

- verwijst naar mensen, personen

Wij lopen naar de klas.

Zij slaat haar.

Ik kijk naar hem.

Zij lopen samen naar huis.

Wat is het persoonlijk voornaamwoord?

1. lopen
2. samen
3. wij
4. zij

Bezittelijk voornaamwoord

- Het is een bezit

- Eigendom van iemand

Dat is mijn pen.

Haar auto is snel.

Ons huis is groot.

Wat is het bezittelijk voornaamwoord?

We gaan straks naar mijn huis om te gamen.

Blok 4

Grammatica

Opdr. 4.6

Opdr. 4.7

Opdr. 4.8 

Klaar? 4.4. en 4.5 afmaken van gisteren