traumatologie

\
1 / 33
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

\

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Les 1 - werken in ziekenhuis
- Werkblad? > in lessonup. niemand nagekeken (was huiswerk

Hoe komt dat?

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Les 1 - werken in ziekenhuis
vragen?
werkblad?
willen jullie het werkblad nu nabespreken of doen jullie dat zelf na de les?
A
Nu, nabespreken
B
Later, zelf nabespreken
C
Ik ben uberhaupt niet geinteresseerd in nabespreken
D
weet het niet

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

timer
3:00
Wat is een trauma?
en wat betekent dat voor de zorg?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

timer
2:00
Je ziet iemand met een trauma op straat.
wat nu gebeurt er als je 112 belt.

Slide 12 - Mind map

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Bij dit trauma is er sprake van licht weke delen letsel.
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 17 - Quiz

Bij dit trauma is er sprake van een een kneuzing van bot of weke delen
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 18 - Quiz

Wanneer er sprake is van een scheur in de aorta door en trauma, noemen we dit een aorta......
A
ruptuur
B
contusie
C
commotio
D
fractuur

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

stelling:
iedere patient met een dwarslaesie heeft dezelfde symptomen
A
waar
B
niet waar

Slide 23 - Quiz

een patient heeft het hoofd gestoten. Bij onderzoek blijkt er een bloeding te zijn in de hersenen. Dit noem je:
A
commotio cerebri
B
contusio cerebri
C
epiduraal haematoom
D
infarcering

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Stelling: Een patient heeft een ongeluk gehad met een stomp trauma in de buik. Als gevolg hiervan heeft patient pijn in de buikt en begint de bloeddruk fors te dalen. Wat is hier meest waarschijnlijk NIET aan de hand?
A
hartinfarct
B
Miltruptuur
C
aortaruptuur
D
acuut nierfalen

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

een jongetje van 2 is gevallen en heeft nu pijn aan de arm. Verdenking is een botbreuk. wat voor botbreuk is meest waarschijnlijk?
A
fissuur
B
greenstickfractuur
C
twijgfractuur
D
gecompliceerd fractuur

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide