5.1 Periodieke grafieken

5.1 Periodieke grafieken
Inloggen in L.U.
Blz. 162
1 / 21
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.1 Periodieke grafieken
Inloggen in L.U.
Blz. 162

Slide 1 - Slide

Periodieke grafiek

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Periodieke grafiek

Slide 4 - Slide

Periodiek verband
De lengte van één zo'n stukje heet een periode.

De frequentie is het aantal keer dat een periode in een bepaalde tijd herhaald wordt.

Het gemiddeld van de hoogste en laagste waarde is de evenwichtsstand.

Het verschil tussen de hoogste en laagste stand is de amplitude
Bestaat steeds uit dezelfde 'stukjes'

Slide 5 - Slide

Periodiek verband
Periode
:
Hoe lang het duurt voor de grafiek zichzelf herhaalt. 
Frequentie
:
Hoe vaak de grafiek zichzelf herhaalt in een bepaalde tijd. 
Evenwichtstand
: Midden tussen de hoogste en de laagste waarde. 
E.S.= (max + min) : 2
Amplitude
: Verschil tussen het maximum/minimum en de evenwichtsstand. 
A = max – evenwichtsstand

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is de frequentie per uur?
  • STAPPENPLAN:
  • periode is 8 min
  • 1 uur = 60 minuten
  • 60 : 8 = 7,5
  • de frequentie is 7,5 per uur

Slide 9 - Slide

Wat is de frequentie per uur?
A
90 per uur
B
30 per uur
C
1,5 per uur
D
40 per uur

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat is de amplitude?
A
0 m
B
30 m
C
20 m
D
15 m

Slide 12 - Quiz

Welke van de grafieken is/zijn periodiek?
A
Alleen A
B
A en B
C
A en C
D
B en C

Slide 13 - Quiz

Wat is van de grafiek hiernaast de periode?
A
1 uur
B
2 uur
C
3 uur
D
4 uur

Slide 14 - Quiz

Wat is de frequentie per minuut?
A
1 : 0,05 = 20
B
60 : 0,05 = 1200
C
1 : 0,10 = 10
D
60 : 0,10 = 600

Slide 15 - Quiz

Wat is de evenwichtstand ?
5
Tekst

Slide 16 - Slide

Wat is de periode ?
3 seconde

Slide 17 - Slide

Wat is in de grafiek hiernaast de periode?

Slide 18 - Open question

Wat is de frequentie per minuut?

Slide 19 - Open question

Opdrachten
Maak de opdrachten 1, 3 (samen), 4, 5 en 6

Slide 20 - Slide

Einde les

Slide 21 - Slide