Het productieproces van een product in een chemische fabriek.
Slide 6 - Slide
2.5 Reacties op industriele schaal
Blokkenschema
Het productieproces van een product in een chemische fabriek.
pijlen = stofstromen
blokken = bewerkingen (werkwoorden)
Slide 7 - Slide
2.5 Reacties op industriele schaal
Een blokschema opstellen
Slide 8 - Slide
2.5 Reacties op industriele schaal
Een blokschema opstellen
natronloog (gootsteenontstopper)
Slide 9 - Slide
DP12 Salmiak maken
2.5 Reacties op industriele schaal
Slide 10 - Slide
2.5 Reacties op industriele schaal
Blokschema Salmiak maken
Slide 11 - Slide
2.5 Reacties op industriele schaal
Blokschema Salmiak maken
zoutzuur
Slide 12 - Slide
2.5 Reacties op industriele schaal
Blokschema Salmiak maken
= ammoniumchloride
Slide 13 - Slide
Nakijken 44 en 45
2.4 Massa bij reacties
Slide 14 - Slide
44 a Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Geef het reactieschema voor Reactie I.
Slide 15 - Slide
44 a Lucifers
Geef het reactieschema voor Reactie I.
kaliumchloraat (s) --> kaliumchloride (s) + zuurstof (g)
2.4 Massa bij reactie
Slide 16 - Slide
44 b Lucifers
Leg uit welk soort reactie bij reactie I plaatsvindt.
2.4 Massa bij reacties
Slide 17 - Slide
44 b Lucifers
Leg uit welk soort reactie bij reactie I plaatsvindt.
Reactie:
kaliumchloraat (s) --> kaliumchloride (s) + zuurstof (g)
2.4 Massa bij reacties
Slide 18 - Slide
44 b Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Leg uit welk soort reactie bij reactie I plaatsvindt.
Reactie:
kaliumchloraat (s) --> kaliumchloride (s) + zuurstof (g)
1 beginstof: dus een ontledingsreactie
Slide 19 - Slide
44 c Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Geef het reactieschema voor Reactie II.
Slide 20 - Slide
44 c Lucifers
2.4 Massa bij reacties
Geef het reactieschema voor Reactie II.
zwavel (s) + zuurstof (g) --> zwaveldioxide (g)
Slide 21 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop.
Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
Slide 22 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
Slide 23 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
Slide 24 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
Slide 25 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
Slide 26 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g
Slide 27 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g
Wet van massabehoud (Lavoisier)
Slide 28 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g 4,8 g
Wet van massabehoud (Lavoisier)
Slide 29 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g 4,8 g
25 g
Slide 30 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g 4,8 g
25 g 25 : 12,3 x 4,8
Slide 31 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g 4,8 g
25 g 25 : 12,3 x 4,8
9,8 g
Slide 32 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g 4,8 g
25 g 25 : 12,3 x 4,8
9,8 g
De verhouding zuurstof : zwavel = 1 : 1
Slide 33 - Slide
44 d Lucifers
2.4 Massa bij reacties
In de kast blijkt nog een voorraad te zijn van 25 g kaliumchloraat. Bereken de hoeveelheid geschikte zwavel voor de luciferkop. Zuurstof en zwavel reageren in de verhouding 1 : 1.
kaliumchloraat --> kaliumchloride + zuurstof
12,3 g 7,5 g 4,8 g
25 g 25 : 12,3 x 4,8
9,8 g
De verhouding zuurstof : zwavel = 1 : 1
Dus zwavel is ook 9,8 g
Slide 34 - Slide
45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
Slide 35 - Slide
45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
waterstofchloride + ammoniak --> salmiak
Slide 36 - Slide
45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
waterstofchloride + ammoniak --> salmiak
36,5 17,0
Slide 37 - Slide
45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
waterstofchloride + ammoniak --> salmiak
36,5 17,0
... g 65 g
Slide 38 - Slide
45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.
waterstofchloride + ammoniak --> salmiak
36,5 17,0
... g 65 g
ammoniak is ondermaat
Slide 39 - Slide
45 b PLUS: Overmaat en ondermaat
2.4 Massa bij reacties
Bereken hoeveel salmiak maximaal gevormd kan worden.