Herhaling hoofdstuk 1

Herhaling hoofdstuk 1
Lesbrief Markt en Overheid
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling hoofdstuk 1
Lesbrief Markt en Overheid

Slide 1 - Slide

I. Op de markt van volkomen concurrentie is er sprake van een heterogeen goed.
II. Op de markt van volkomen concurrentie heeft de individuele aanbieder geen invloed op de prijs.

Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
Beide zijn goed
B
1 is goed, 2 is fout
C
1 is fout, 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 2 - Quiz

Welk kenmerk hoort niet bij de markt van volledige mededinging?
A
Vrije toe- en uittreding.
B
Homogeen product.
C
Vele (kleine) aanbieders.
D
Ondoorzichtige markt.

Slide 3 - Quiz

Qv = -2P + 50
P = de prijs in euro's
Qv = de gevraagde hoeveelheid in miljoenen stuks.

Door een aanbodverschuiving daalt de prijs van € 20 naar € 18.

Bereken de prijselasticiteit van de vraag.
A
-0,25
B
2,5
C
0,4
D
-4

Slide 4 - Quiz

De vraag verschuift van lijn 1 naar lijn 2.

I. De vraagverschuiving kan het gevolg zijn van het duurder worden van het product.
II. Door de vraagverschuiving stijgt het producentensurplus.
A
Beide zijn goed
B
1 is goed, 2 is fout
C
1 is fout, 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 5 - Quiz

De vraaglijn van een standaardabonnement van telefoons verschuift naar rechts.

Dit wordt niet veroorzaakt door ...
A
door een lagere prijs van de standaardabonnementen.
B
meer inkomen van consumenten.
C
meer consumenten.
D
het goedkoper worden van mobiele telefoons.

Slide 6 - Quiz

Op een markt van volkomen concurrentie biedt Mobiel telefoonabonnementen aan. Op deze markt is de prijs van één belminuut € 0,08. De variabele kosten zijn € 0,03 per belminuut en de constante kosten van Mobiel bedragen € 1.200.000 per maand.

Mobiel streeft naar een zo groot mogelijke winst. Gezien de capaciteit van het bedrijf kan Mobiel maximaal 35 miljoen belminuten per maand aanbieden.

Bereken de break-evenafzet voor Mobiel per maand.
A
10,9 miljoen
B
24 miljoen
C
3,2 miljoen
D
45 miljoen

Slide 7 - Quiz

Op een markt van volkomen concurrentie biedt Mobiel telefoonabonnementen aan. Op deze markt is de prijs van één belminuut € 0,08. De variabele kosten zijn € 0,03 per belminuut en de constante kosten van Mobiel bedragen € 1.200.000 per maand.

Mobiel streeft naar een zo groot mogelijke winst. Gezien de capaciteit van het bedrijf kan Mobiel maximaal 35 miljoen belminuten per maand aanbieden.

Bij welk aantal belminuten behaalt Mobiel maximale winst?
A
niet
B
24 miljoen
C
30 miljoen
D
35 miljoen

Slide 8 - Quiz

Op een markt van volkomen concurrentie biedt Mobiel telefoonabonnementen aan. Op deze markt is de prijs van één belminuut € 0,08. De variabele kosten zijn € 0,03 per belminuut en de constante kosten van Mobiel bedragen € 1.200.000 per maand.

Mobiel streeft naar een zo groot mogelijke winst. Gezien de capaciteit van het bedrijf kan Mobiel maximaal 35 miljoen belminuten per maand aanbieden.

Bereken voor Mobiel de maximale winst.
A
550.000
B
1.200.000
C
1.550.000
D
12.000.000

Slide 9 - Quiz

I. Bij proportioneel variabele kosten halveren de totale kosten als de productie gehalveerd wordt.
ll. Bij degressief variabele kosten zullen bij een productiestijging van 10% de variabele kosten met meer dan 10% toenemen.

Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
Beide zijn goed
B
1 is goed, 2 is fout
C
1 is fout, 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 10 - Quiz

De prijselasticiteit van de vraag naar telefoonopladers bedraagt -2.

I. Als de prijs stijgt, daalt de gevraagde hoeveelheid naar telefoonopladers relatief minder.
II. Als de prijs daalt, daalt de omzet van telefoonopladers.

Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
Beide zijn goed
B
1 is goed, 2 is fout
C
1 is fout, 2 is goed
D
Beide zijn fout

Slide 11 - Quiz

Als de marginale kosten kleiner zijn dan de gemiddelde variabele kosten, dan zullen de gemiddelde variabele kosten ...
A
dalen.
B
stijgen.
C
gelijk blijven.

Slide 12 - Quiz

Een ondernemer kan kortingen bedingen bij zijn leverancier als hij meer bestelt.

In zo'n geval zijn de grondstofkosten ...
A
proportioneel variabel.
B
degressief variabel.
C
progressief variabel.
D
per product constant.

Slide 13 - Quiz