Kern 1TH: Grammatica woordsoorten Les 47: Voorzetsel

Welkom 1A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga zitten volgens de plattegrond.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 1A!
Doe je telefoon in de telefoontas.
Ga zitten volgens de plattegrond.

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Voorlezen: Offerkind
- Planning bekijken
- Doelen doornemen
- Vragen stellen over Les 34: 
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
- Uitleg en oefening Les 47: Voorzetsel
- Aan de slag!


Slide 2 - Slide

Voorlezen: Offerkind

Slide 3 - Slide

Planning bekijken
Zorg dat je bij blijft!

Slide 4 - Slide

Doelen
- Ik kan onderscheid maken tussen zelfstandige 
   werkwoorden en hulpwerkwoorden.
- Ik kan zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden   
   aanwijzen in een zin.
- Ik kan de voorzetsels in een zin aanwijzen.
- Ik kan voorzetseluitdrukkingen herkennen.

Slide 5 - Slide

Les 34: Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord

- Heb je de opdrachten gemaakt?
- Heb je ze ook nagekeken en verbeterd?
- Welke vragen heb je nog?

Slide 6 - Slide

Les 47: Voorzetsel (vz)
- Een voorzetsel geeft vaak aan waar of wanneer iets is.
- Voorzetsels staan vaak voor een zelfstandig naamwoord.
- Het worden ook wel kast- of feestjewoorden genoemd.
>> De kat klimt in de boom.
>> Johan springt van de kast.
>> We gaan morgen naar de camping.

Slide 7 - Slide

Les 47: Voorzetsel (vz)
Zet zo veel mogelijk voorzetsels op de juiste plaats in de tekeningen.

Slide 8 - Slide

Les 47: Voorzetsel (vz)
Soms staat een voorzetsel achter een woordgroep. Dan noem je het een achterzetsel of achtergeplaatst voorzetsel.
>> Tobias rijdt de weg op.
>> Suzan nodigt Carolien uit.

Slide 9 - Slide

Les 47: Voorzetsel (vz)
Er zijn ook voorzetseluitdrukkingen. 
>> De gestolen laptop werd aan de hand van gps-gegevens 
      teruggevonden.
>> We ontbijten met cornflakes in plaats van brood.
>> Het rooster van 1A is ongewijzigd ten opzichte van dat van 
      vorige periode.

Slide 10 - Slide

Les 47: Voorzetsel (vz)
Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel.
>> Hij gelooft in mij. (geloven in)
>> Rachel houdt van haar hond. (houden van)
>> Vincent lijkt erg op zijn vader. (lijken op)

Slide 11 - Slide

Aan de slag!
- MNV Les 47: Voorzetsel, opdr. 3, 4, 5, 6 en 7, blz. 98-99.
- Antwoordboeken liggen in de kast en 
   staan in Teams.
- Deze opdrachten zijn huiswerk voor
   donderdag 23 november.
- Snap je iets niet? Vraag om hulp!
timer
10:00

Slide 12 - Slide