NaSk2 pH

Zuren en Basen
Na deze les weet je

Wanneer een stof zuur is
Wanneer een stof basisch is
Hoe je dit kunt testen



1 / 23
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Zuren en Basen
Na deze les weet je

Wanneer een stof zuur is
Wanneer een stof basisch is
Hoe je dit kunt testen



Slide 1 - Slide

Water
Water smaakt ..... 
neutraal.

Het is zeker niet zuur.


Slide 2 - Slide

Wat is de zuurste
smaak die je kent?

Slide 3 - Mind map

Zuur
Hoe smaakt een zuur matje, of het sap van een citroen?
 
Zuur kun je je heel goed voorstellen. 

Slide 4 - Slide

Zuur
Zuur kun je bijvoorbeeld gebruiken om iets te ontkalken

  • schoonmaakazijn
  • roestige schroef in cola.

Slide 5 - Slide

Wanneer zuur?
Als de vloeistof veel H+ ionen bevat dan is een vloeistof zuur.

H+ ionen zijn heel reactief! 
Ze willen graag reageren. 
Ze maken daarmee andere moleculen kapot.

Slide 6 - Slide

Waarom mag je na cola drinken niet meteen tanden poetsen?

Slide 7 - Open question

Base
Een basische smaak is moeilijk voor te stellen: broccoli.

Maar ook zeep, (bak)soda, ammonia.

Basen werken goed tegen vet.

Slide 8 - Slide

Wanneer base?
Als de vloeistof veel OH- ionen bevat dan is het een base. 
Hij is dan "basisch".

OH- ionen zijn ook heel reactief! 
Ze maken andere moleculen kapot.


Slide 9 - Slide

Zuur of Basisch?
Stoffen kunnen zuur of basisch zijn. 
Dit kun je bij etenswaren bepalen door te proeven


Slide 10 - Slide

Wat hebben zuur en base
 met elkaar te maken?

Ze werken tegen elkaar in.  
H+ reageert graag met een OH-
OH- reageert graag met een H+

Reactievergelijking: OH- (aq) + H+ (aq) --> H2O

Slide 11 - Slide

Zure oplossing
Basische oplossing
Cola
Zeep
Sinaasappel
Maagsap
Azijn
Bronwater
Waspoeder
Ammonia

Slide 12 - Drag question

Zuurgraad bepalen met rodekoolsap

Slide 13 - Slide

de pH-schaal
Om aan te geven hoe zuur of basisch een stof is gebruiken we de pH schaal.

0 tot 7 =  zuur
7 tot 14 = basisch
7 is neutraal (geen H+ of OH-)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Een lage pH is zuurder, een hoge pH is basischer (alkalisch betekent basisch). 

Slide 16 - Slide

De pH-schaal loopt van
A
0 tot en met 7
B
1 tot en met 14
C
7 tot en met 14
D
0 tot en met 14

Slide 17 - Quiz

1 Zure stoffen hebben een lage pH
2 Basische stoffen hebben een hoge pH
A
Alleen 1 is juist
B
Beide zijn juist
C
Alleen 2 is juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

Een citroen heeft een lage pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quiz

Water heeft een hoge pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quiz

Handzeep heeft een lage pH
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Video

Slide 23 - Video