Zet de uitspraken a tot en met h hieronder in de juiste volgorde. Baseer je op de alinea’s 9 en 10.
a Iemand begrijpt dat zijn gedrag onredelijk is.
b Iemand gaat in therapie.
c Iemand is dwangmatig gierig.
d Iemand leert dat geven ook best leuk kan zijn.
e Iemand merkt dat anderen geen misbruik van hem maken.
f Iemand moet een rondje geven.
g Iemand wordt ongelukkig van zijn gierigheid.
h Iemand wordt minder dwangmatig gierig.