Oefentoets thema1

Hoe leer ik voor mijn SO?
Boekje (opbouw + antwoorden)
Leerdoelen bij elk hoofdstuk

Begrippenlijst
LessonUp
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoe leer ik voor mijn SO?
Boekje (opbouw + antwoorden)
Leerdoelen bij elk hoofdstuk

Begrippenlijst
LessonUp

Slide 1 - Slide

Is een organisme een levend wezen?
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Is een plant een levend wezen?
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quiz

Is een steen levenloos?
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Papier wordt gemaakt van bomen.
Is papier levend?

A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Heeft een cactus veel wortels?
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Is groei het veranderen van de bouw van een organisme?
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

In de afbeelding zie je een merel en kuikens.
Welk levenskenmerk wordt hier getoond?
A
Voeden
B
Uitscheiden
C
Slapen

Slide 8 - Quiz

Een plant kan zijn eigen voedsel maken.
In welke delen van de plant wordt dit voedsel vooral gemaakt?
A
In de stengels.
B
In de wortels.
C
In de bladeren.

Slide 9 - Quiz

Zeehonden zijn aangepast aan het leven in het water. Een van die aanpassingen is een gestroomlijnd lichaam.

Waarom is een gestroomlijnd lichaam handig voor een zeehond?
A
Hij kan makkelijker zwemmen.
B
Hij kan makkelijker warm blijven.
C
Hij kan makkelijker zuurstof uit het water halen.

Slide 10 - Quiz

In de afbeelding is een vlinder op een bloem getekend.

Is deze vlinder levend, dood of levenloos?
A
Levenloos.
B
Levend.
C
Dood.

Slide 11 - Quiz

Maak goede verbindingen: 
Het griekse woord voor leer 
Iedereen in de klas is een 
Alles wat leeft heeft
Het kleinste levende onderdeel in je lijf
organisme
cel
levenskenmerken
logos

Slide 12 - Drag question

Een stalen spijker is
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 13 - Quiz

Een kamerplant is
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 14 - Quiz

Een houten tafel
A
Dood
B
Levend
C
Levenloos

Slide 15 - Quiz

Als het licht boven het aquarium wordt uitgezet vind je:
A
Alleen fotosynthese
B
Alleen verbranding
C
Geen van de twee
D
Fotosynthese en verbranding

Slide 16 - Quiz

Bij fotosynthese maakt een groene plant:
A
koolstofdioxide
B
geen van de drie
C
zuurstof
D
glucose

Slide 17 - Quiz

Welk levensverschijnsel word hier getoond?
A
Uitscheiden
B
Voortplanten
C
Voeden
D
Eten

Slide 18 - Quiz

Welk levensverschijnsel zie je in de afbeelding?
A
Voeden
B
Uitscheiden
C
Ademen
D
Voortplanten

Slide 19 - Quiz

KGT

Slide 20 - Slide


A
9
B
7
C
8
D
4

Slide 21 - Quiz

Welk voedsel eet een kluut?
A
Vlees
B
Kleine dieren uit de grond/bodem
C
Insecten uit bomen en struiken
D
Zaden

Slide 22 - Quiz

Een paard is een voorbeeld van een
A
Topganger
B
Zoolganger
C
Teenganger

Slide 23 - Quiz

Welk voedsel eet een appelvink?
A
Vlees
B
Kleine dieren uit de grond/bodem
C
Insecten uit bomen en struiken
D
Zaden

Slide 24 - Quiz

Een hond is een voorbeeld van een
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 25 - Quiz

Zet de juiste 'ganger' achter elke omschrijving:
de enkel zit dicht bij de grond
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 26 - Quiz

Zet de juiste 'ganger' achter elke omschrijving:
Kunnen heel snel lopen

A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 27 - Quiz

Zet de juiste 'ganger' achter elke omschrijving:
Alleen de teenkootjes staan op de grond

A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 28 - Quiz

Zet de juiste 'ganger' achter elke omschrijving:
Kan zich goed afzetten
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 29 - Quiz

Zet de juiste 'ganger' achter elke omschrijving:
Zakt het snelst weg in drassige grond
A
Topganger
B
Teenganger
C
Zoolganger

Slide 30 - Quiz