3.4 Schrijven en formuleren

Welkom!
1
WELKOM!
2
3
Pak je boek op    blz 209

Maak opdracht 1




Log in:
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom!
1
WELKOM!
2
3
Pak je boek op    blz 209

Maak opdracht 1




Log in:

Slide 1 - Slide

Doel van deze les:

  • Aan het eind van deze les weet ik:
  • hoe ik een verslag schrijf
  • Hoe ik een titel kan bedenken
  • Hoe ik een goede inleiding kan schrijven
  • Wat een synoniem is en hoe ik dat gebruik


Slide 2 - Slide

schrijven over wielrennen

Slide 3 - Mind map

Verslag schrijven blz. 210
  1. Inleiding= eerste alinea: waar gaat het verslag over= onderwerp benoemen
  2.  kern= schrijf wat er is gebeurd in logische volgorde> gebruik signaalwoorden: eerst, daarna, vervolgens, toen, verder, ten slotte
  3. schrijf feiten, geen meningen en details
  4. zet je naam onder het verslag
  5. noteer de bron

Slide 4 - Slide

Een goede inleiding:
Inleiding: Binnenkomer om de aandacht te trekken
Hoe: stel een vraag of vertel een anekdote(kort verhaaltje met een gebeurtenis)
Titel: trekt ook de aandacht. Kort en krachtig
synoniemen: varieer in je woordkeus

Slide 5 - Slide

Inleiding
De inleiding is erg belangrijk.  
Je vertelt kort waar het verslag over gaat en gebruikt een binnenkomer.

Slide 6 - Slide

De Titel
Boven het verslag schrijf je een goede titel. 
Dit doe je pas als je alles klaar hebt!
Dit trekt de aandacht van je lezer/publiek.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

kern
Wie? 
Wat?
Waar?
Waarom?
Wanneer?
Hoe?

Slide 10 - Slide

Slot
In het slot schrijf je wat je ervan vond of maak je een kleine samenvatting/conclusie 


Slide 11 - Slide

Als je een verslag schrijft, waar begin je dan mee?
A
Titel
B
slot
C
inleiding
D
kern

Slide 12 - Quiz

Uit welke onderdelen bestaat een verslag?
A
Titel, inleiding en kern
B
Titel en de kern
C
Inleiding, kern en slot
D
Titel, inleiding, kern en slot,

Slide 13 - Quiz

Wat schrijf je onder het verslag?

Slide 14 - Open question

Opdrachten
H.3.4 schrijven
Wat: opdr. 7
tijd: 10 minuten
Hoe: word-document


Slide 15 - Slide

Afsluiting
Morgen valt jullie les Nederlands uit. 
Jullie huiswerk voor volgende week dinsdag:
  • opdracht 2, 3 en 4 op blz. 210-211
  • opdracht 8 (e hoeft niet), 9 en 10 op blz. 214-215

Slide 16 - Slide