18-22 sept Literatuur Motieven thema hoofdgedachte

T G 3 D
Welkom
19 sept.


1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

T G 3 D
Welkom
19 sept.


Slide 1 - Slide

Leerdoelen deze week

  • Je kent de begrippen motieven, thema en  hoofdgedachte
  • Je hebt recensies gelezen
  • Je schrijft een essay over de roman
  • Je hebt inzicht in je niveau werkwoordspelling





Slide 2 - Slide

Huiswerk
theorie lezen in opdrachtenboekje over stijlfiguren, fictie, spanning en realisme
opdrachten maken t/m 18
lezen in de roman t/m pag. 223

Bespreken

Slide 3 - Slide

Literaire begrippen
  • Motieven zijn zaken of gevoelens die steeds terugkomen.
  • Het thema of de hoofdgedachte van een roman beschrijft waar de roman uiteindelijk over gaat, waar het in het verhaal om draait. Bij goede romans is het mogelijk om meerdere thema’s te formuleren.

Slide 4 - Slide

Literaire begrippen
  • Welke motieven komen steeds terug in deze roman?
  • Wat zou het thema of de hoofdgedachte kunnen zijn? 

Slide 5 - Slide

Indeling van literatuur naar Thematische genres

  • Thriller - Fantasy - Science fiction
  • Detective - Humor - Young adult
  • Oorlog en verzet - Sprookjes - Historisch
  • Liefdesverhalen - Autobiografie

Slide 6 - Slide

Indeling van de literatuur (vorm)
  • Kort verhaal (tientallen pag) Novelle (tot plm 100 pag.) Roman (van 150 pag.)
  • Drama - Cabaret - Gedicht
  • Sprookjes - Stripverhaal

Slide 7 - Slide

Bijna de roman uitgelezen.....
  • Recensies lezen
  • Welke kenmerken zijn bepalend?

Slide 8 - Slide

Een goede recensie bevat:
  • een (meer of minder gedetailleerde) beschrijving van het werk. Zorg echter dat je ontknoping ervan niet verklapt 
  • een duidelijk maar genuanceerd oordeel over het werk, onderbouwd met argumenten
  • gegevens over het werk (los van de hoofdtekst), zoals titel, auteur, uitgeverij, jaar en plaats van uitgave, prijs.

Slide 9 - Slide

Aan de slag
  1. recensies lezen en opdr. 23 maken
  2. theorie lezen in opdrachtenboekje over thema / hoofdgedachte en motieven
  3. opdrachten maken t/m 23
  4. roman uitlezen  


Murtada & Maud: toetsje werkwoordspelling maken


Slide 10 - Slide

Terugblik

Slide 11 - Slide

T G 3 D
Welkom
21 sept.



Slide 12 - Slide

Leerdoelen deze week

  • Je kent de begrippen thema / hoofdgedachte en motieven
  • Je hebt recensies gelezen
  • Je schrijft een essay over de roman
  • Je hebt inzicht in je niveau werkwoordspelling





Slide 13 - Slide

Werkwoordspelling
Bekijk LessonUp resultaten

Wat valt je op?

Normering: 
24 punten te halen; 
1 fout 1 punt eraf; 20 punten = 6

Slide 14 - Slide

Een goed essay bevat:
  • uitgewerkte, persoonlijke gedachten over een bepaald onderwerp
  • argumenten waarom je bepaalde dingen vindt
  • een conclusie waarin de elementen van de inleiding terugkomen (het verhaal wordt 'rond')
  • maar... een essay is geen recensie!   

Slide 15 - Slide

Recensie
- samenvatting en beschrijving van de roman
- informatie over de auteur
- oordeel / mening over de roman
- argumenten positief en/of negatief 

Slide 16 - Slide

Een goede recensie bevat:
  • een (meer of minder gedetailleerde) beschrijving van het werk. Zorg echter dat je ontknoping ervan niet verklapt 
  • een duidelijk maar genuanceerd oordeel over het werk, onderbouwd met argumenten
  • gegevens over het werk (los van de hoofdtekst), zoals titel, auteur, uitgeverij, jaar en plaats van uitgave, prijs.

Slide 17 - Slide

In je essay beschrijf je:
  • hoe deze roman jou over het leven heeft laten nadenken: wat betekent bijvoorbeeld 'trouw' of 'vriendschap' voor jou, nu je gezien hebt wat Pierrot/Pieter gedaan, gezegd en gelaten heeft? En waarom? 
  • Hulpvragen: in hoeverre lijk jij op een van de personages, voelde je je verwant of had je juist een afkeer van hen? En waarom? 
  • welk citaat uit opdr. 10 heeft voor jou nu een bijzondere betekenis gekregen? En waarom? 

Slide 18 - Slide

Vorm en inhoud, let op!
  • Begin met een inleiding waarin je het onderwerp presenteert;
  • Maak de lezer duidelijk hoe je over het onderwerp denkt, wat je opvattingen zijn, etc. Het moet vooral duidelijk worden waaróm je bepaalde opvattingen en ideeën hebt;
  • Formuleer een duidelijke conclusie op het eind;
  • Wissel langere, samengestelde zinnen en korte af;
  • Spelling en interpunctie zijn op orde;
  • Check-check-dubbelcheck je tekst! Inleveren bij Magister Opdr. maandag 25 sept. 19.00 uur


Slide 19 - Slide

Aan de slag
Essay opdr. 24
Werkwoordspellingtoets bekijken
timer
18:00

Slide 20 - Slide