Methodisch begeleiden: problemen, stoornissen, passend onderwijs, sociale kaart, etc.
Periode 7
1 / 20
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 2
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Lesson duration is: 40 min
Items in this lesson
Ontwikkelingspsychologie
Methodisch begeleiden: problemen, stoornissen, passend onderwijs, sociale kaart, etc.
Periode 7
Slide 1 - Slide
Inhoudsopgave
Vorige keer
- 10.3
Theorie: 10.4 ontwikkelingsstoornissen
Slide 2 - Slide
Pervasieve ontwikkelingsstoornis is een overkoepelende naam voor: klassiek autisme, PDD-NOS, Asperger en ODD
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Pervasieve ontwikkelingsstoornissen:
A
de ontwikkeling van het kind is op meerdere ontwikkelingsgebieden verstoord.
B
de ontwikkeling van het kind is op één specifiek ontwikkelingsgebied verstoord.
C
de ontwikkeling van het kind loopt op ieder ontwikkelingsgebied soepel.
Slide 4 - Quiz
Autisme Spectrum Stoornissen (ASS), is de nieuwe verzamelnaam voor:
A
Klassiek autisme, ODD, CD
B
Klassiek autisme, ODD -en PDD-NOS
C
Klassiek autisme, Asperger en PDD-NOS
D
Klassiek autisme, Asperger en ODD
Slide 5 - Quiz
Een bekende autist..
Greta Thunberg
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
10.4
Problemen in de sociale communicatie
Weinig inzicht in wat anderen denken en voelen
Moeite met non-verbale communicatie
Moeite met aangaan, onderhouden en begrijpen van relaties
Vertoning van herhalingsgedrag en beperkte belangstelling
Bewegen, spreken en gebruik van voorwerpen
Vasthouden aan routine
Rituelen van verbaal/ non-verbaal gedrag
Belangstelling voor één onderwerp
Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels (kleuren, geuren, geluiden, etc.)
Slide 8 - Slide
PDD-NOS, welke informatie heb je gevonden?
Slide 9 - Mind map
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
10.4.2 PDD-NOS: Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified.
Kinderen hebben ook moeite met interactie en communicatie, maar ook met fantasie
Sinds 2013 wordt de benaming niet meer gebruikt, de diagnose is moeilijk te stellen.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Begeleiding:
Praktische tips:
Help het kind bij de groep laten horen.
Reik het kind handvaten aan om te communiceren.
Bij een opdracht duidelijkheid: Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe
Vermijd figuurlijk taalgebruik (toen kwam de aap uit de mouw)
Slide 12 - Slide
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kenmerken:
Onhandigheid in sociale situaties
Begrijpt en gebruikt weinig non-verbale signalen
Niet of nauwelijks leren van sociale ervaringen
Angst voor veranderingen en hierdoor zich koppig en driftig uiten
Fanatiek vasthouden aan bepaalde routines
Over- of ondergevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
Trage taalontwikkeling of ouwelijk taalgebruik
Letterlijk nemen van de taal
Onhandige en stijve motoriek
Slide 13 - Slide
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kwaliteiten, het valt op dat deze kinderen:
Een goed geheugen voor feiten en data.
Uitstekend visueel geheugen.
Overstoorbaar kunnen werken.
Afspraak is afspraak.
Slide 14 - Slide
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
10.4.3 Syndroom van Asperger: een pervasieve ontwikkelingsstoornis, waarbij het kind beperkt is in de sociale interacties met anderen en een beperkt repertoire aan interesses en activiteiten heeft.
Hebben een gemiddelde neiging tot het maken van contact! (in tegenstelling tot andere kinderen met ASS)
Door beperkte sociale vaardigheden gaat het vaak mis en trekken ze zich terug.
Normaal tot hoogbegaafd.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Begeleiding Asperger:
Geef duidelijk aan wat je verwacht.
Breng gevoelens neutraal en duidelijk.
Voer nieuwe dingen stap voor stap in.
Begeleid het kind in samenwerking (zelf al groepjes maken).
Slide 17 - Slide
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Moeite met:
Vriendschappen
Recht in de ogen aan kijken
Emoties uiten
Begrijpen van non-verbale communicatie
Begrijpen van sociale regels
Overgevoeligheid voor prikkels
Fascinatie voor specifieke prikkels
Gebrek aan inlevingsvermogen (empathie)
Monotone stem en weinig mimiek
Motorisch onhandig
Slide 18 - Slide
10.4 Ontwikkelingsstoornissen
Kwaliteiten:
Enorme kennis van één onderwerp (bijvoorbeeld dinosauriërs)