This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.
Items in this lesson
Mens en omgeving
Balie, representatie en communicatie.
Slide 1 - Slide
Afspraken
Jas uit, capuchon of muts af
Telefoon in telefoontas
Opgeladen iPad, schrift, pen en lespakket bij je
Hand opsteken wanneer ik iets wil vragen of zeggen
Pesten, elkaar uitlachen en schelden is not done
Ik respecteer de mening van een ander
Slide 2 - Slide
Doelen:
1. De leerling weet het belang van een verzorgd uiterlijk bij dienstverlenende beroepen.
2. De leerling kan op een correcte manier een klant te woord staan.
3. De leerling kan communicatie en gesprekstechnieken toepassen.
4. De leerling kan informatie samenvatten.
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Brainstorming:
1. Wat vind je dat de baliemedewerker goed doet?
2. Wat zou jij anders doen?
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Opdracht 1:
- Bekijk het filmpje "lastige bezoeker".
- Maken opdracht 4.01 (blz. 174/175).
- Klassikaal bespreken van de opdracht.
Slide 7 - Slide
Stellingen:
- Ik let niet op het uiterlijk als ik iemand voor het eerst zie.
- Een verzorgd uiterlijk vind ik erg belangrijk.
- Als ik iemand voor het eerst zie, dan heb ik geen mening over die persoon.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Opdracht 2:
Maak de praktijkopdracht 4.1
(blz. 50 t/m 52).
Slide 10 - Slide
Opdracht 3:
- Lees blz. 175 t/m 178.
- Maak opdracht 4.02 en 4.03
(blz. 176).
Slide 11 - Slide
0
Slide 12 - Video
Non-verbale communicatie:
- Wat is communicatie?
- Waarom is communicatie nodig?
- Wat is non-verbale communicatie?
Slide 13 - Slide
Spel:
1. Lees het kaartje met een gevoel erop.
2. Spreek de volgende zin met het gevoel uit:
Ik ga naar een tof feest, heb je zin om mee te gaan?
3. De andere leerlingen proberen te raden met welk gevoel je deze zin zegt.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Verbale communicatie:
1. Is er verbale communicatie in het filmpje?
2. Wat is verbale communicatie?
Slide 16 - Slide
Opdracht 4:
Maak opdracht 4.10 (blz. 186).
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Video
Uitleg:
- Wat is actief luisteren?
- Open en gesloten vragen.
- Formeel en informeel gesprek.
Slide 19 - Slide
Welke vraag is een gesloten vraag?
A
Woon je hier in de buurt?
B
Vertel eens iets over je hobby.
C
Wat is het doel van dit gesprek?
D
Hoe reis jij naar school?
Slide 20 - Quiz
Welke vraag is een open vraag?
A
Ga je mee?
B
Wat vind je leuk aan school?
C
Heb je een 10 gehaald?
D
Is Nederlands je lievelingsvak?
Slide 21 - Quiz
Wat hoort niet bij een informeel gesprek?
A
Je spreekt elkaar aan met je of jij
B
Het is een spontaan gesprek
C
Er is van te voren een duidelijk gespreksonderwerp
D
Je had van tevoren geen plek afgesproken
Slide 22 - Quiz
"Ey gappie, geef mij eens zo'n hotdog met een saussie!" Dit is een:
A
Formeel gesprek
B
Informeel gesprek
Slide 23 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een formeel gesprek
A
Telefoongesprek met je moeder
B
Intakegesprek voor het MBO
C
Chatten met vrienden
Slide 24 - Quiz
"Geachte mijnheer Janssen, Hierbij laat ik u weten dat wij een receptie geven ter ere van mijn promotie. Wij hopen u te verwelkomen op vrijdag 1 juni rond 16:00 uur. Hartelijke groet, mevrouw De Boer". Dit is een:
A
Formele brief of e-mail
B
Informele brief of
e-mail
Slide 25 - Quiz
Wat is een open vraag?
A
Wat ga je doen vandaag?
B
Ga je naar de sportschool?
Slide 26 - Quiz
Een gesprek tussen een baliemedewerker en een klant. Dit is een....