Les 5 hoofdstuk 3.3 en 3.4

NL - Oostenrijk?
1 / 33
next
Slide 1: Open question
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

NL - Oostenrijk?

Slide 1 - Open question

Slide 2 - Video

Verzekeringsmaatschappijen of verzekeraar
Polis
Polisvoorwaarden
Premie

Slide 3 - Drag question

Collectieve verzekeringen zijn ........................, particulieren verzekeringen zijn meestal .....................
Mensen die zich verzekeren zijn .......................... hiermee doen ze aan .......................... 
Als de premie niet voor iedere verzekerde gelijk is doet de verzekeraar aan ..............................
risicospreiding
verplicht
risico-avers
niet verplicht
premiedifferentiatie

Slide 4 - Drag question

Wat is het Nash-evenwicht in deze situatie?
A
één van de twee supermarkten is open op zondag, de andere niet
B
Beide supermarkten zijn open op zondag
C
Beide supermarkten zijn dicht op zondag

Slide 5 - Quiz

Is bij het Nash-evenwicht sprake van een gevangenendilemma?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Wat is inflatie?
A
Algemene stijging van de prijzen
B
Een stijging van de koopkracht
C
Hetzelfde als deflatie
D
Een daling van de koopracht

Slide 7 - Quiz

Door de inflatie kan ik...
A
minder besteden
B
meer besteden
C
hetzelfde besteden als eerst
D
niets meer besteden

Slide 8 - Quiz

Inflatie kan verschillende oorzaken hebben. Wat is een mogelijke oorzaak van inflatie?
A
De lonen worden dit jaar niet verhoogd.
B
De btw-tarieven stijgen.
C
Het aanbod van producten stijgt.
D
De vraag naar goederen en diensten neemt af.

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

De ECB streeft naar een inflatie van ongeveer 2%. Wat zal de ECB doen wanneer de inflatie te laag wordt?
A
Rente verlagen
B
Rente verhogen
C
Wachten tot dat het vanzelf weer beter gaat
D
Minder geld in omloop brengen

Slide 11 - Quiz

Het beleid van de overheid is gelijkgesteld aan de conjuncturele ontwikkeling. Welk beleid is van toepassing?
A
Anti-cyclisch (begrotings)beleid
B
Pro-cyclisch (begrotings)beleid

Slide 12 - Quiz

Kies de juiste automatische stabilisatoren in een economische neergang.
A
werkloosheidsuitkeringen
B
degressief belastingstelsel
C
hypotheekrenteaftrek
D
export

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

ECB beïnvloed de rente

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Fisher

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

ECB en het stabiliteitspact

Het stabiliteitspact bestaat uit een aantal voorwaarden waaraan de lidstaten van de EU moeten voldoen .

Belangrijkste voorwaarden:
- staatsschuld mag niet boven 60% van het BBP uitkomen
- begrotingstekort mag niet meer dan 3% van het BBP bedragen.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Door de rente te verlagen kan de ECB de economie in de eurozone stimuleren?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quiz

De ECB streeft naar een inflatie van ongeveer 2%. Wat zal de ECB doen wanneer de inflatie te laag wordt?
A
Rente verlagen
B
Rente verhogen
C
Wachten tot dat het vanzelf weer beter gaat
D
Minder geld in omloop brengen

Slide 24 - Quiz

Er is hoogconjunctuur.
Wat moet de ECB doen om de inflatie laag te houden?
A
V verlagen
B
T verhogen
C
De rente verhogen
D
De rente verlagen

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

Stel: de ECB verhoogt de rente.
Wat gebeurt er dan met de koers
van de €?
A
de koers blijft gelijk
B
de koers stijgt
C
de koers daalt

Slide 27 - Quiz

Uitgaande van de verkeersvergelijking van Fisher, zal een stijging van de maatschappelijk geldhoeveelheid ...
A
Op korte termijn de prijs stijgen en op lange termijn het reële BBP stijgen
B
Op korte termijn de prijs gelijk blijven en op lange termijn het reële BBP stijgen
C
Op korte termijn het BBP stijgen en op lange termijn alleen de inflatie toenemen
D
Op korte termijn het BBP gelijk blijven en op lange termijn het reële BBP stijgen

Slide 28 - Quiz

Leerdoelen
Aan het einde van deze les weet je hoe het rentebeleid van de ECB werkt en hoe de verkeersvergelijking van Fisher werkt.

Slide 29 - Slide

In welke mate zijn de lesdoelen behaalt?
0100

Slide 30 - Poll

Heb je nog vragen en/of onduidelijkheden?

Slide 31 - Open question

Huiswerk
Digitaal maken vraag 6 t/m 17 module 8 hoofdstuk 3.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video