Bron 1: Stakende arbeiders in België eind 19de eeuw. Zij wilden hun omstandigheden verbeteren.
Slide 2 - Slide
Terugblik
Jullie krijgen een van de docent een stift.
Wat weet je nog van de vorige les?
Je krijgt 2 minuten om zo veel mogelijk op te schrijven op het bord. Klaar? Geef de stift door aan een klasgenoot.
Op het einde gaan we dit bespreken.
Slide 3 - Slide
Studiewijzer
Week 10
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
06/03 - 10/03
Je kunt uitleggen hoe en wanneer Nederland een industriële samenleving werd. <!!!
Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is.
Lees paragraaf 4, Hfst 4.
Maak opdracht 3 t/m 14.
Slide 4 - Slide
De Industriële Revolutie in Nederland
Tweede helft 19de eeuw:
Industrialisatie in NL kwam op gang
Begin vooral veel textiel
Rond 1890 kwamen zware industrieën op gang: machine en scheepsbouw.
Bron 2: Textielfabriek in Enschede. Vaak werden er spoorwegen naast fabrieken gebouwd zodat grondstoffen en producten snel vervoerd konden worden.
Slide 5 - Slide
De Industriële Revolutie in Nederland
Haven van Rotterdam was belangrijk voor de toevoer van grondstoffen uit Koloniën. Spoorwegen en kanalen hielpen bij het vervoeren van producten naar Duitsland.
Opening steenkoolmijnen Limburg.
--> Goedkoop steenkool
Bron 3: De Wilhelmina mijn in Terwinselen (Limburg) Foto van de mijn in de beginperiode, ca. 1910-1920
Slide 6 - Slide
De Industriële Revolutie in Nederland
Werk- en woonomstandigheden voor arbeiders in NL waren slecht.
Arbeiders waren aangewezen op liefdadigheid.
=
Hulp geven aan mensen die dat nodig hebben, zonder dat je er zelf aan wilt verdienen
Bron 4: Schilderij van Albert Anker.
Een voorbeeld van liefdadigheid is bijvoorbeeld soep uitdelen aan de armen.
Slide 7 - Slide
Herhaling
Omschrijf het volgende:
Hoe kwam de industrialisatie in Nederland op gang.
timer
2:30
Slide 8 - Slide
Aan de slag!
Lees: Hfst 4, Paragraaf 4
Maak: Opdracht 3 t/m 14.
Klaar?
Leren voor SO.
Behoefte aan extra instructie? > Geef dit nu nog aan.
Slide 9 - Slide
Afsluiting
Schrijf op het bord op:
Wat heb ik geleerd vandaag over de industrialisatie van NL?
timer
2:00
Slide 10 - Slide
Tekst
Hoofdstuk 4, paragraaf 4.
Arbeiders strijden voor hun rechten.
Slide 11 - Slide
Wat gaan wij doen vandaag?
SO bespreken!
Jullie zijn fantastisch
Studiewijzer
Korte instructie
(Aan de slag???)
Afsluiting.
Bron 1: Stakende arbeiders in België eind 19de eeuw. Zij wilden hun omstandigheden verbeteren.
Slide 12 - Slide
Studiewijzer
Week 10
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
06/03 - 10/03
Je kunt uitleggen hoe en wanneer Nederland een industriële samenleving werd. <!!!
Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is.
Lees paragraaf 4, Hfst 4.
Maak opdracht 3 t/m 14.
Slide 13 - Slide
De eerste sociale wetten
Door de industrialisatie namen de armoedeproblemen toe.
Dit heet de sociale kwestie.
Om dit te verbeteren kwamen er sociale wetten
=
Een wet die de leef- en werkomstandigheden van mensen verbeteren (vb in bron 2).
Bron 2: Foto van Samuel van Houten (1837 - 1930). Naar hem is het kinderwetje van Van Houten vernoemd. Deze wet schafte de kinderarbeid t/m 12 jaar af en verbeterde de arbeidsomstandigheden aanzienlijk.
Slide 14 - Slide
De eerste sociale wetten
Er kwamen ook wettelijke eisen aan:
Arbeidsomstandigheden
Woonomstandigheden
Leerplicht
Politici richtte een politieke partij op, de SDAP. Zij wilden de omstandigheden verder verbeteren met bijv: Algemeen kiesrecht.
Bron 3: In 1917 kregen alleen mannen algemeen kiesrecht. Pas in 1919 kregen zowel mannen als vrouwen algemeen kiesrecht en konden beiden geslachten pas stemmen.
Slide 15 - Slide
Aan de slag!
Lees: Hfst 4, Paragraaf 4
Maak: Opdracht 3 t/m 14.
Klaar?
Leren voor SO.
Behoefte aan extra instructie? > Geef dit nu nog aan.
Slide 16 - Slide
Afsluiting
Wat is nu een sociale wet???
Leg dit uit aan de hand van een voorbeeld uit de PowerPoint.
Slide 17 - Slide
Tekst
Hoofdstuk 4, paragraaf 4.
Arbeiders strijden voor hun rechten.
Slide 18 - Slide
Wat gaan wij doen vandaag?
Terugblik
Studiewijzer
Instructie
Aan de slag!
Afsluiting
Bron 1: Stakende arbeiders in België eind 19de eeuw. Zij wilden hun omstandigheden verbeteren.
Slide 19 - Slide
Terugblik
Jullie krijgen een van de docent een stift.
Wat weet je nog van de vorige les?
Je krijgt 2 minuten om zo veel mogelijk op te schrijven op het bord. Klaar? Geef de stift door aan een klasgenoot.
Op het einde gaan we dit bespreken.
Slide 20 - Slide
Studiewijzer
Week 10
Lesdoel
Opdracht (Weektaak)
06/03 - 10/03
Je kunt uitleggen hoe en wanneer Nederland een industriële samenleving werd. <!!!
Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.
Je kunt aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat een sociale wet is.
Lees paragraaf 4, Hfst 4.
Maak opdracht 3 t/m 14.
Slide 21 - Slide
Socialisme
19de eeuw:
Alleen rijke ondernemers hadden kiesrecht. Zij stemmen op de liberalen.
Wie waren de liberalen ook alweer?
Bron 2: Rudolph Torbecke, de leider van de liberalen die zorgde voor de grondwetswijziging van 1848.
Slide 22 - Slide
Socialisme
Sommige burgers vonden dat er wel iets gedaan moest worden aan de problemen van de arbeiders.
Het Socialisme kwam op voor deze arbeiders.
Er zijn twee groepen socialisten
Bron 3: Foto van Karl Marx, de bedenker van het socialisme.
Slide 23 - Slide
Twee groepen binnen het Socialisme
Sociaal democraten
Gematigde stroming in het socialisme, die de werk- en leefomstandigheden van arbeiders wil verbeteren via wetgeving in het parlement, en niet door revolutie.
Steunden Vakbonden.
Socialisten (communisme)
Zijn van mening dat al het bezit in handen is van één klasse.
Willen klassenmaatschappij afschaffen
Bezit moet afgeschaft worden.
Dit willen zij bereiken via een klassenstrijd.
Slide 24 - Slide
Aan de slag!
Lees: Hfst 4, Paragraaf 4
Maak: Opdracht 3 t/m 14.
Klaar?
Leren paragraaf 4.
Slide 25 - Slide
Afsluiting
Je kunt uitleggen wat het socialisme inhoudt en waarom er twee groepen socialisten waren.