19 april

Bienvenue!
Aujourd'hui c'est mercredi
19 avril




1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenue!
Aujourd'hui c'est mercredi
19 avril




Slide 1 - Slide

Prenez vos affairs:
 vos livres
vos stylos
 vos tablettes
 vos cahiers

Slide 2 - Slide

Antwoorden huiswerk
Komen vandaag in Teams. Kijk ze na!!

Slide 3 - Slide

Page 110
Werkwoord être:
Video
Wie kent het uit zijn hoofd???
(echt nodig voor opdracht!!)

Slide 4 - Slide

ik ben
A
je suis
B
tu es
C
je sommes
D
j'ai

Slide 5 - Quiz

Raoul is op school
A
Raoul suis á 'l'école
B
Raoul est à l'école
C
Raoul es á l'école
D
Raoul a á l'école

Slide 6 - Quiz

Je suis, tu es, wat volgt dan
A
il est
B
ils sont
C
nous sommes
D
vous êtes

Slide 7 - Quiz

hoe laat is dix heures et quart
A
kwart voor tien
B
kwart over tien
C
half elf
D
kwart over tien

Slide 8 - Quiz

vertaal: jullie zijn
A
nous sommes
B
ils sont
C
vous êtes
D
je suis

Slide 9 - Quiz

hoe laat is midi
A
twaalf uur 's nachts
B
twaalf uur 's middags
C
half 1 's middags
D
half 2 's middags

Slide 10 - Quiz

Denise en Anouk zijn.
Waar kun je dit door vervangen
A
elles ont
B
elles sont
C
ils sont
D
ils ont

Slide 11 - Quiz

Wat is juist geschreven
A
il est midi et demie
B
il est midi et demi
C
il es midi et demi
D
ils ont midi et demie

Slide 12 - Quiz

Page 124
Het bezittelijk voornaamwoord
eerst uitleg/lezen/video

Slide 13 - Slide

Wat is het BNW?

Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan. Iemand is een eigenaar van iets. 

Het boek is van mij. Het is mijn boek. 
Het boek is van haar. Het is haar boek.

Slide 14 - Slide

Comment en français?
In het Frans kijk je naar het zelfstandig naamwoord
is het mannelijk / vrouwelijk of meervoud?

Le vélo = mon vélo (mijn fiets)
La maison = ta maison (jouw huis)
L'avion = son avion



Slide 15 - Slide

Comment en français?
 Begint het woord dat begint een stomme "h" of een klinker (AEIOU), dan gebruik je altijd: mon, ton, son.. ook bij vrouwelijke zelfstandige naamwoorden.

l'hôtel (m) = mon hôtel (mijn hotel)
l'amie (v) = ton amie (jouw vriendin)
l'avion (m) = son avion (zijn/haar vliegtuig)



Slide 16 - Slide

Herhaling bezittelijk voornaamwoord
NL
vs
Frans

Slide 17 - Slide

Page 125
Samen maken
30C, D en E
Zelf maken 31A en 31B
Nakijken (teams of na de vakantie)

Slide 18 - Slide

Nu ga je het uit je hoofd leren!!
   H
aeiou 
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Werken aan de opdracht

Slide 20 - Slide

Les devoirs
Bonnes Vacances!!!!

Slide 21 - Slide