3.2 en 3.3 Hofstelsel en feodaalstelsel

3.2 & 3.3

Een korte cursus:
'De Romeinen zijn weg, hoe run ik nu een land?!' 
(en is de eerste aanzet tot staatsvorming)

deel 2; het feodaalstelsel. 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

3.2 & 3.3

Een korte cursus:
'De Romeinen zijn weg, hoe run ik nu een land?!' 
(en is de eerste aanzet tot staatsvorming)

deel 2; het feodaalstelsel. 

Slide 1 - Slide


WIE IS DIT?
A
Karel de Kale
B
Karel de Kleine
C
Karel V
D
Karel de Grote

Slide 2 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vertrouweling.

Slide 3 - Quiz

Welke zin is juist?
A
In een leengebied konden meerdere domeinen liggen.
B
In elk leengebied lag één domein.
C
In een domein konden meerdere leengebieden liggen.
D
In elk domein lag één leengebied.

Slide 4 - Quiz

Het voordeel van het feodalisme is dat...
(meerdere antwoorden)

A
Dat de koning nu een groot land kan besturen
B
Dat de koning een groot leger heeft
C
Dat de koning geen geld nodig heeft
D
Dat de koning nu heel rijk wordt

Slide 5 - Quiz

Bij wie hoort de volgende plicht?

Trouw beloven aan de koning.
A
leenman
B
horige

Slide 6 - Quiz

Wat voor soort systeem is het feodalisme?
A
Een economisch systeem
B
Een cultureel systeem
C
Een financieel systeem
D
Een politiek systeem

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Probleem
Er zijn invallen van Vikingen.
Jij wilt je gewonnen gebieden niet verliezen en veilig houden

Er is geen geld.
Je kunt niemand voor zijn diensten betalen. Je ontvangt geen belasting.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leenstelsel

Slide 12 - Slide

zwakke punten in leenstelsel?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

vul het schema in

Slide 16 - Open question


'De Romeinen zijn weg, hoe run je nu een land?!' 
(en is de eerste aanzet tot staatsvorming)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Koningen maakten bisschoppen graag tot leenman omdat..
A
Bisschoppen heel gelovig waren
B
Koningen dan hun land weer terugkregen
C
Bisschoppen heel gehoorzaam waren
D
Bisschoppen grote legers hadden

Slide 20 - Quiz

Bij wie hoort de volgende plicht?

Herendiensten doen.
A
De leenman
B
de leenheer
C
de horige

Slide 21 - Quiz

Bij wie hoort de volgende plicht?
Bescherming bieden als er gevaar dreigt.
A
leenman
B
horige

Slide 22 - Quiz

Is elke leenman een vazal?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Dat kun je zo niet zeggen

Slide 23 - Quiz

Is elke vazal een leenman?
A
Ja
B
Nee

Slide 24 - Quiz

Extra materiaal
facultatief

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

The Godfather
  1. Wat eist 'the Godfather' ?
  2. Waarom?
  3. Hoe wordt hun nieuwe relatie bekrachtigd? 

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video