3.3 Het feodaalstelsel

Monniken en ridders
Het feodaal stelsel / feodalisme
1 / 40
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Monniken en ridders
Het feodaal stelsel / feodalisme

Slide 1 - Slide

Welkom!

Waar heb je aan het eind van de les weet van?
- Wat is feodalisme
Programma
- opening
- uitleg feodalisme
- Aan het (huis)werk



Slide 2 - Slide

FEODALISME

Slide 3 - Mind map

KA: feodale verhoudingen in het bestuur

'De Romeinen zijn weg, hoe run ik nu een land?!' 
(en is de eerste aanzet tot staatsvorming)

deel 2; het feodaalstelsel. 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Probleem
Er zijn invallen van Vikingen.
Jij wilt je gewonnen gebieden niet verliezen en veilig houden

Er is geen geld.
Je kunt niemand voor zijn diensten betalen. Je ontvangt geen belasting.

Slide 7 - Slide

Leenstelsel

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide


'De Romeinen zijn weg, hoe run je nu een land?!' 
(en is de eerste aanzet tot staatsvorming)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

aan het werk
Je boek: 3.3
maken de opdrachten in LessonUp die hierna komen.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

zwakke punten in leenstelsel?

Slide 17 - Open question

Leg uit op welke afspraak het feodalisme of leenstelsel gebaseerd was

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

vul het schema in

Slide 20 - Open question

Het feodalisme was bedoeld om het centraal gezag te versterken. Maar na verloop van tijd leidde het juist tot het tegenovergestelde. Leg uit!

Slide 21 - Open question

Bekijk de afbeelding. Noem de kenmerken van het leenstelsel die hier worden afgebeeld

Slide 22 - Open question

Noem 3 verplichtingen die de leenman (vazal) had ten opzichte van de leenheer?

Slide 23 - Open question

Noem 3 verplichtingen van de leenheer (vorst of hoge adel) aan zijn leenman

Slide 24 - Open question

Welke bestuursvorm was het meest kenmerkend voor de tijd van monniken en ridders? Monarchie, aristocratie of democratie?

Slide 25 - Open question

Vaak worden de begrippen hofstelsel en leenstelsel door elkaar heen gebruikt. Toch zijn ze niet hetzelfde. Leg uit!

Slide 26 - Open question

Leg uit hoe niet-adellijke ridders op den duur tot de adel gingen behoren

Slide 27 - Open question

Koningen maakten bisschoppen graag tot leenman omdat..
A
Bisschoppen heel gelovig waren
B
Koningen dan hun land weer terugkregen
C
Bisschoppen heel gehoorzaam waren
D
Bisschoppen grote legers hadden

Slide 28 - Quiz

Bij wie hoort de volgende plicht?

Herendiensten doen.
A
De leenman
B
de leenheer
C
de horige

Slide 29 - Quiz

Bij wie hoort de volgende plicht?
Bescherming bieden als er gevaar dreigt.
A
leenman
B
horige

Slide 30 - Quiz

Is elke leenman een vazal?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Dat kun je zo niet zeggen

Slide 31 - Quiz


WIE IS DIT?
A
Karel de Kale
B
Karel de Kleine
C
Karel V
D
Karel de Grote

Slide 32 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld
van een leenstelsel?
A
De koning bestuurt zijn land helemaal in zijn eentje.
B
De koning heeft ministers die hem advies geven over het bestuur van zijn land.
C
De koning heeft niets te zeggen over het bestuur van zijn land.
D
De koning heeft zijn land in twintig stukken verdeeld. Ieder stuk wordt bestuurd door een vertrouweling.

Slide 33 - Quiz

Welke zin is juist?
A
In een leengebied konden meerdere domeinen liggen.
B
In elk leengebied lag één domein.
C
In een domein konden meerdere leengebieden liggen.
D
In elk domein lag één leengebied.

Slide 34 - Quiz

Het voordeel van het feodalisme is dat...
(meerdere antwoorden)

A
Dat de koning nu een groot land kan besturen
B
Dat de koning een groot leger heeft
C
Dat de koning geen geld nodig heeft
D
Dat de koning nu heel rijk wordt

Slide 35 - Quiz

Bij wie hoort de volgende plicht?

Trouw beloven aan de koning.
A
leenman
B
horige

Slide 36 - Quiz

Wat voor soort systeem is het feodalisme?
A
Een economisch systeem
B
Een cultureel systeem
C
Een financieel systeem
D
Een politiek systeem

Slide 37 - Quiz

Extra materiaal
facultatief

Slide 38 - Slide

The Godfather
Feodalisme in de moderne tijd, Italië in de 20ste eeuw.

  1. Wat eist 'the Godfather' ?
  2. Waarom?
  3. Hoe wordt hun nieuwe relatie bekrachtigd? 
  4. Hoe herken je het feodalisme?

Slide 39 - Slide

Slide 40 - Video