eind thema 3 TT/VT groep 7

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

De juf rende over de dijk.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Het werkwoord in de zin is:
De juf rende over de dijk.

Frederique kookte gisteren uitgebreid voor haar familie.

1. tegenwoordige tijd
2. verleden tijd

Het werkwoord in de zin is:
Frederique kookte gisteren uitgebreid voor haar familie.

Volgende maand gaan/gingen we hopelijk naar de Efteling.

1. gaan
2. gingen

Vanmiddag ga/ging ik naar de tandarts.

1. ga
2. ging

Daarna ga/ging ik skeeleren.

1. ga
2. ging

Stappen

1. Lees de zin.

2. Zoek het onderwerp.

4. Zet de stappen in het schema en controleer.

3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

fietsen (TT)
Groep 7....................zelf naar school.

juichen (TT)
De menigte..............voor de artiest.

zweven (TT)
De ballon..............hoog in de lucht.

fietsen (TT)
.................of ren jij naar de tennisclub.

Stappen verleden tijd

1. Lees de zin.

2. Zoek het onderwerp.

6. Zet de stappen in het schema en controleer.

3.Is het onderwerp enkelvoud of meervoud?

4. Haal de -en van het werkwoord. 

5. Zit de laatste letter in 'T KOFSCHIP?

roepen(VT)
De vrouw..............naar de kinderen.

begeleiden(VT)
De reisleidster...........de mensen naar de bus.

zwemmen (VT)
De kinderen ...............lekker in het zwembad.

Houden (VT)
De man.............van de vrouw.

bonzen (VT)
Iemand.........hard op de deur.

worden VT
Ik...............plotseling geduwd.

eten VT
Groep 7 ............een komkommer.