This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Vorige keer
Slide 1 - Slide
Het verschil tussen een ontwikkelingsachterstand en een ontwikkelingsstoornis is dat een ontwikkelingsachterstand nog bij te benen is en een ontwikkelingsstoornis niet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 2 - Quiz
Welke leerbevorderende componenten waren er? (5)
Slide 3 - Open question
De criteria van Rutter helpen je het "probleem" gedrag van het kind/de jongeren te beoordelen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quiz
Op welke drie gebieden worden risico & beschermende factoren ingedeeld volgens het driehoek systeem?
Slide 5 - Open question
Welke categorale benadering wordt in Nederland het meest gebruikt om stoornissen te classificeren?
A
DSA
B
Behavior Checklist
C
Child Checklist
D
DSM
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Video
Type leerlingen & leerstoornissen
Slide 8 - Slide
Onderwijs maakt onderscheid tussen drie groepen kinderen:
Zorgleerling: heeft extra begeleiding nodig op school, vanwege een beperking of ontwikkelingstoornis.
Achterstandsleerling: kind waarvan de ouders een (zeer) laag opleidingsniveau hebben.
Excellente leerling: kind dat hoog scoort op intellectuele capaciteiten, creativiteit en taakgerichtheid.
Slide 9 - Slide
https:
Slide 10 - Link
Leerproblemen
5% van de jongeren heeft lees- en spellingsproblemen.
Op welke gebieden kan iemand leerproblemen ervaren?
cijfervaardigheid
letter/leesvaardigheid
Slide 11 - Slide
Specifieke leerstoornissen (DSM-5)
In de DSM-5 worden leerstoornissen onder gebracht onder de specifieke leerstoornissen.
De DSM-5 stelt criteria voor kinderen/jongeren/ouderen waaraan voldaan moet worden om deze diagnose te ontvangen.
Slide 12 - Slide
Criteria DSM-5
A. Minimaal 6 maanden moeite met het aanleren en gebruiken van schoolse vaardigheden.
B. De vaardigheden zijn meetbaar en wezenlijk slechter ontwikkeld dan van de kalenderleeftijd verwacht mag worden en hebben een kenmerkende negatieve invloed op de schoolresultaten/prestaties/alledaagse activiteiten.
C. De leerproblemen beginnen tijdens de schooljaren, maar worden soms pas opgemerkt op het moment dat de schoolse vaardigheden zwaarder belast worden dan het kind/jongere aan kan.
D. De leerproblemen kunnen niet beter worden verklaard door andere stoornissen of verstandelijke beperkingen.
Slide 13 - Slide
Dyslexie
Benaming die wordt gebruikt bij een specifieke leerstoornis als het gaat om leermoeilijkheden door problemen met taal, lezen en/of spelling.
Slide 14 - Slide
Enkele kenmerken
Het kind heeft moeite met het schrijven van de eigen naam.
Het kind schrijft letters vaak gespiegeld.
Het kind ziet letters dansen en haalt letters door elkaar: ‘dorp’ en ‘drop’.
Het kind kan last hebben van hoofdpijn of het heeft vage oogklachten.
Het kind beheerst het alfabet slecht.
Langzame letterherkenning, vooral van klanken: eu en ui, oe en ou etc.
Problemen met het handschrift en met andere motorische vaardigheden.