3.2 Fictie en 7.2 Spelling leestekens

 Fictie 3.2 en Spelling 7.2  
Havo 2 periode 1 
week 4  1e les (17 sept.)
! n.a.v. cijfers SO herkansingen inplannen
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

 Fictie 3.2 en Spelling 7.2  
Havo 2 periode 1 
week 4  1e les (17 sept.)
! n.a.v. cijfers SO herkansingen inplannen

Slide 1 - Slide

Welkom H2a
plattegrond: 

timer
5:00

Slide 2 - Slide

Welkom H2b 
plattegrond: 

timer
5:00
Dagopening

Slide 3 - Slide

Planning
Lezen >> 10 min.
Startopdracht
Instructie doel 3.2 Fictie tijd 
inoefenen en zelfstandig oefenen
~pauze~
Instructie 7.2 Leestekens
Inoefenen en zelfstandig oefenen
Afsluiting

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Startopdracht
BOEKOPDRACHT: achterin je schrift!
Vul jouw setting in van jouw leesboek





Kun je al iets zeggen 
over de sfeer ? 
timer
5:00
de plaats
de tijd
de omstandigheid
Sfeer kan zijn: 
  • romantisch, 
  • dreigend, 
  • griezelig,
  • verveeld,
  • ontspannen,
  • onbezorgd, 
  • ....

Slide 5 - Slide

Doel 3.2 Tijd






Slide 6 - Slide

3.2 Tijd blz. 68
Tijdsprongen

tijdsprong achteruit           het vertelheden                 tijdsprong vooruit 
__"flashback"____________________|______________-een deel van het verhaal                                                                                                                  
                                                               = het 'NU'                                wordt niet verteld-
vroeger                                                                                         twee weken later
gisteren                                                                                        volgend jaar 
vorige week                                                                                een paar uur later 

Slide 7 - Slide

Inoefenen
We maken opdracht 1 van
 blz. 68 en 69
vraag 1, 2, 3 en 5
timer
5:00

Slide 8 - Slide

timer
5:00

Slide 9 - Slide

Doel 7.2 Leestekens





  • Je leert leestekens op de juiste manier gebruiken. 
Wat je al weet: 
Je schrijft een komma:
- Tussen twee persoonsvormen (Als je rent, ben je sneller.)
- Voor voegwoorden, zoals: maar, want, terwijl, omdat, enz. (Ik wil wel, maar ik mag niet.)
Let op: in principe geen komma voor en en of.

Slide 10 - Slide

7.2 Leestekens blz. 250
Ook een komma: 

-> voor en na een deel van een zin dat niet zelfstandig kan staan. 
   De peren, die beschimmeld zijn, moet je weggooien. 

-> tussen de delen van een opsomming, maar niet voor 'en'. 
   Op de fruitschaal liggen appels, peren, mandarijnen en bananen. 

Slide 11 - Slide

7.2 Leestekens blz. 250
Een dubbele punt:  
-> voor een aangekondigde opsomming. 
   Dit zijn mijn vakantielanden: Zwitserland, Italië, Frankrijk en Luxemburg. 
-> voor de directe rede (als iemand iets zegt) of voor een citaat. 
   De leerling zei: "Ik ga voor de spellingstoets een tien halen." 
-> als het 2e deel van de zin een verklaring of reden is van het 1e deel. 
   Romy verzorgt haar pony's goed: ze is een echte paardenliefhebber. 
 Tip: je kunt de : dan ook vervangen door , want
Romy verzorgt haar pony's goed, want ze is een echte paardenliefhebber.

Slide 12 - Slide

7.2 Leestekens blz. 250
Aanhalingstekens:  
-> bij de directe rede (als iemand iets zegt) of bij een citaat.  
   De leerling zei: "Ik ga voor de spellingstoets een tien halen." 
-> als je een woord zelf bedoelt en niet de betekenis. 
   Het woord "elektriciteit" wordt vaak fout gespeld. 

Slide 13 - Slide

Inoefenen
We maken opdracht 2 van
 blz. 251
timer
5:00

Slide 14 - Slide

Aan het werk

  • 7.2 maak opdracht 1 blz. 251

timer
5:00

Slide 15 - Slide

Afsluiting
Check de doelen bij jezelf: 
  1. Je kunt de tijdsprongen herkennen in een verhaal.
  2. Je weet de leestekens op de juiste manier te gebruiken.
timer
5:00

Slide 16 - Slide

Volgende les 19 september: 
Taal 4.5 beeldspraak en spreekvaardigheid A4 blz.119 

Huiswerk: 
  • Leer theorie 7.2 en maak opdracht 1 blz. 251
  • (Lees bladzijde 98 en 99
en maak opdracht 1 (alleen) en 2)

Slide 17 - Slide