This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Programm
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Lernziele
Wie bitte?!
Aufgabe Klassendeutsch
Slide 1 - Slide
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 2 - Slide
Padlet TH2N
Schritt 4
Aufgabe 2B (S. 24)
Aufgabe 6 (S.25)
Schritt 5
Aufgabe 3 (S.29
Link Padlet: https://tinyurl.com/s38ya4ky
Slide 3 - Slide
Padlet TH2P
Link Padlet: https://tinyurl.com/1nb76zi0
Slide 4 - Slide
Padlet HT2T
Link Padlet: https://tinyurl.com/ll0b8yln
Slide 5 - Slide
Gespräch
Jetzt werdet ihr ein Gespräch üben
Du sollst die richtige Fragewörter wählen
Du sollst die richtige Übersetzung benutzen
Du wirst die beide Rollen 2 Mal üben
Leerling met de korste naam begint met Rolle A
Ik kies na de gesprekjes leerlingen om het even hardop te doen
Slide 6 - Slide
Sprechen
Rolle A
.... heißt du?
.... wohnst du?
.... alt bist du?
.... sind deine Hobbys?
.... sitzt neben dir?
Rolle B
ik ben...
Ik woon in...
Ik ben ... jaar oud
Mijn hobby is...
Dat is...
timer
3:00
Slide 7 - Slide
Großschreibung
hi joachim,
wie geht es dir? ich habe gehört, dass du nicht in deutschland bist. wo bist du jetzt? hast du immer noch sommerferien? was machst du in den ferien eigentlich? hörst du auch oft musik und guckst du auch gerne netflix?
liebe grüße
jens
Welke woorden moeten met een hoofdletter?
Schrijf op een apart blad!
timer
3:00
Slide 8 - Slide
Großschreibung
Hi Joachim,
wie geht es dir? Ich habe gehört, dass du nicht in Deutschland bist. Wo bist du jetzt? Hast du immer noch Sommerferien? Was machst du in den Ferien eigentlich? Hörst du auch oft Musik und guckst du auch gerne Netflix?
Liebe Grüße
Jens
Slide 9 - Slide
ss oder ß
Je hoort vaak dat de Eszett (ß) als een dubbele -s- geschreven mag worden. Klopt dit wel?
Beschrijf in de volgende slide in je eigen woorden het verschil in uitspraak tussen de woorden: Klasse und Straße
Slide 10 - Slide
Beschrijf in je eigen woorden het verschil in uitspraak tussen Klasse und Straße
Slide 11 - Open question
Hausaufgaben checken
Aufgabe 1
Aufgabe 2
Aufgabe 3
Aufgabe 4
Stempeln, bitte
Link Padlet: https://tinyurl.com/4dv8qs7r
Slide 12 - Slide
Lernziele
Ik ken de meest belangrijke zinnen voor in de klas in het Duits
Slide 13 - Slide
Klassendeutsch
Ich werde dieses Jahr so viel wie möglich Deutsch reden, aber das werde ich dir auch fragen.
Vandaag maken jullie een poster/presentatie met de meest gebruikte zinnen in de klas, natuurlijk in het Duits.
Slide 14 - Slide
Aufgabe
Je mag in tweetallen samenwerken
Je mag een digitale poster maken (Canva, Powerpoint, Photoshop etc.)
Je poster moet aantrekkelijk zijn om te lezen (minimaal 1 kleurig plaatje)
Je moet minimaal 8 zinnen bedenken
Verplicht zijn:
Volgende les inleveren!!!! Je krijgt dan een link waar je je poster op plaatst.
ik heb een vraag
mag ik naar de wc
kunt u dat herhalen
ik ben mijn boeken vergeten
Slide 15 - Slide
Programm
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Einliefern Klassendeutsch
Lernziele
Schritt 5
Aufgabe 2, 3, 4 und 5
Logo.de
Slide 16 - Slide
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 17 - Slide
Padlet TH2N
Lever hier de opdracht Klassendeutsch in
Link Padlet: https://tinyurl.com/s38ya4ky
Slide 18 - Slide
Lernziele
Je oefent met wat je in de klas kunt zeggen
Je oefent met wat je kunt zeggen als iets niet duidelijk is
Je herhaalt de belangrijkste thema's
Je oefent met het volgen van een origineel Duitse uitzending
Slide 19 - Slide
Wie bitte?
Mag ik naar de wc?
Mag ik wat vragen?
Ik ben mijn boeken vergeten
Kunt u het nog een keer herhalen?
Mag ik muziek luisteren?
Mag ik iets drinken?
Ik heb een vraag
Ik ben mijn huiswerk vergeten
Let op!
Bij vergeten zeggen wij het ww zijn, in het Duits gebruik je het ww hebben
Slide 20 - Slide
Aufgaben Schritt 5 ab Seite 27
Auf 2
Sprechen Redemittel
Auf 3
Wiederholung
timer
2:30
Slide 21 - Slide
Logo.de
Wir sehen uns jetzt ein Sendung von Logo.de an
Je schrijft de thema's op
Je vat kort elk thema samen
wat zie ik?
wat heb ik gehoord?
wat weet ik al?
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Programm
Rückblick
was machten wir letztes Mal?
Lernziele
Wörter lernen!?
wie mache ich das eigentlich?
LessonUp
Schritt 5 + 6 -> Grammatik
Verb haben
Slide 27 - Slide
Rückblick
Was haben wir letztes Mal gemacht oder gelernt?
Slide 28 - Slide
Lernziele
Ik weet hoe ik goed woorden kan leren
Ik kan het werkwoord ''haben''gebruiken
Ik kan vragen hoe het met iemand gaat en hier zelf op reageren
Slide 29 - Slide
Wörter lernen?
Hoe leer jij de woordjes voor de talen (of de begrippen van de leervakken)?
Vraag jij je ouders/familie/vrienden/goudvis om te overhoren?
Welke hulpmiddelen gebruiken je docenten?
Welk hulpmiddelen gebruik jij?
Vind je woorden leren leuk om te doen?
Slide 30 - Slide
Hoe leer jij de woordjes voor de talen (of de begrippen van de leervakken)?
Slide 31 - Open question
Vraag jij je ouders/familie/vrienden/goudvis om te overhoren?
Slide 32 - Open question
Welke hulpmiddelen gebruiken je docenten? Welk gebruik jij?
Slide 33 - Open question
Ik vind woordjes/begrippen leren leuk!
😒🙁😐🙂😃
Slide 34 - Poll
Wörter lernen
Hoe vaak moet je iets met de woorden doen om ze goed te onthouden?
je moet minimaal 5 keer iets met woorden doen voor je ze onthoudt
Telt 5 keer de woorden lezen als 5 keer iets met de woorden doen?
Nee! 5 keer lezen is 5x hetzelfde doen
Wat zou je kunnen doen om op meerdere manieren de woorden te leren?
lezen en overhoren, flitskaartjes maken, de woorden tekenen, verhaaltje met de woorden maken, hints, pictionary, WRTS, Quizlet
Werken digitale apps beter dan gewoon ouderwetse manieren?
Nee, niet persé, maar ze maken het makkelijker om op meerdere manieren te oefenen. Ook kunnen ze het iets leuker maken.
Slide 35 - Slide
Aufgaben Schritt 5 ab Seite 27
Auf 2
Sprechen Redemittel
Auf 3
Wiederholung
Auf 4
Hören
Auf 5
Sprechen (gebruik Aufgabe 2 om te spieken)
timer
2:30
Slide 36 - Slide
Quizlet
Ik gebruik graag Quizlet om de woorden te leren (ook nu nog voor mijn afstuderen). Waarom?
Je kunt overal en snel even oefenen in de App
Je kunt op verschillende manieren testen of je woorden weet
Je weet snel welke woorden je nog beter moet oefenen
Spelletjes spelen is altijd beter (leuker) dan woorden uit je hoofd leren
Quizlet live is een leuke manier om in de klas een wedstrijdje te doen
Slide 37 - Slide
Quizlet
Ik heb voor jullie de woordjes van Schritt 2 in een Quizlet gezet.
We kijken even hoe het er bij mij uitziet.
Ik zet de link naar deze woordjes in Teams, dan kan je thuis oefenen!
Slide 38 - Slide
Verb haben
In het Nederlands kennen jullie het werkwoord hebben natuurlijk.
Wat is dit werkwoord in het Engels, Frans, Spaans, en ....?
Wat is de overeenkomst in alle talen?
het werkwoord hebben is onregelmatig! Je moet het helaas leren!
Slide 39 - Slide
Verb haben
Nederlands
Pers vnw. Duits
Duits
ik heb
ich
ich habe
jij hebt
du
du hast
hij/zij/het heeft
er/sie/es
er/sie/es hat
wij hebben
wir
wir haben
jullie hebben
ihr
ihr habt
zij hebben
sie/Sie*
sie/Sie haben
Slide 40 - Slide
Verb haben
Je zag zojuist het schema voor het werkwoord hebben.
In het Duits is er iets geks aan de hand met de U-vorm. Heb jij gezien wat?
u schrijf je in het Duits met een hoofdletter
je gebruikt meevoud bij u (ook als je maar 1 iemand bedoelt)