Cursus 1 Meer dan lezen: Par. 4: Tekstdoelen en -soort
Welkom!
Op tafel heb je liggen:
Laptop: klaar om van start te gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands KGT)
Eventueel schrift met etui
Ga naar www.lessonup.app
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom!
Op tafel heb je liggen:
Laptop: klaar om van start te gaan. (Magister -> Leermiddelen -> Nieuw Nederlands KGT)
Eventueel schrift met etui
Ga naar www.lessonup.app
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Lesdoelen bespreken
Terugblik vorige les
Huiswerk gemaakt?
Opdracht met de laptop
Tijd over? Start met het huiswerk
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Ik kan het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst benoemen
Ik kan verschillende tekstdoelen en tekstsoorten opnoemen
Ik kan een tekst indelen in inleiding, middenstuk en slot
Slide 3 - Slide
Terugblik vorige les
Wat is ook alweer het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?
Hoe kan ik het onderwerp van een tekst bepalen?
Waar kan ik de hoofdgedachte van een tekst vinden?
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Nieuw Nederlands paragraaf 4: opdracht 7
Slide 7 - Slide
Uit hoeveel alinea's is deze tekst opgebouwd?
A
1
B
2
C
3
Slide 8 - Quiz
Tekstopbouw Hoe heet het eerste deel van een tekst?
Slide 9 - Open question
Tekstopbouw Hoe heet het tussenstuk van een tekst?
Slide 10 - Open question
Tekstopbouw Hoe heet het laatste stukje van een tekst?
Slide 11 - Open question
Wat betekent de titel 'Investeren in meisjes loont'?
A
Geld besteden aan meisjes is goed.
B
Geld besteden aan meisjes is oneerlijk.
C
Geld besteden aan meisjes is zinloos.
D
Geen van deze drie
Slide 12 - Quiz
In alinea 1 staat 'Door te werken aan gelijke kansen voor meisjes verbeteren we dus de kansen voor meerdere generaties!' Wat bedoelt de schrijver met meerdere generaties?
Slide 13 - Open question
Noteer de omschrijving voor weerbaarheid die in alinea 2 staat.
Slide 14 - Open question
Noteer drie redenen uit alinea 3 waarom meisjes eerder van school gaan dan jongens.
Slide 15 - Open question
Wat is de belangrijkste zin (de hoofdgedachte) in deze tekst?
Slide 16 - Open question
Wat is het doel van deze tekst?
A
informeren, de schrijver wil dat je iets te weten komt
B
instrueren, de schrijver wil je uitleggen wat je moet doen
C
overtuigen, de schrijver wil dat je zijn mening overneemt
Slide 17 - Quiz
Tekstdoel en tekstsoort
Een tekstdoel is het belangrijkste wat de schrijver met de tekst wil bereiken: