Oriëntatie op branche en beroep H 3

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 1

Programma

1. Stage ervaringen uitwisselen (15 min)
2. Terugblik/quiz (15 min)
3. Theorie (60 min)
4. Lokaal wissel + pauze (30 min)
5. Theorie (40 min)
6. Afsluiting/vooruitblik ( 10 min)

Stage

• Ervaring
• Telefoonnummers
• Maandag catering
• Rekeningnummer
• Coachgesprek vandaag

Terugblik

- Opdrachten van H 1 in Word

- Wat hebben we opgeslagen?

Waar staat de afkorting CA voor in
het woord HORECA?

1. Catering
2. Cafetaria
3. Café
4. Cao

Onder welke sector valt een
schoolkantine?

1. (party)catering
2. Drankensector
3. Restaurantsector
4. Fastservicesector

Welke P is geen onderdeel van de
marketinginstrumenten de 6 P's?

1. Plaats
2. Provincie
3. Product
4. Personeel

Werkboek: Oriëntatie

op branche en beroep

H 3: Aan het werk!

(Bronnenboek)

Welke werkzaamheden horen
bij een gastheer/-vrouw?

Werkzaamheden:

• Bedieningswerkzaamheden
• Gasten ontvangen en placeren
• Opnemen bestellingen en geven van informatie
• Communicatie met de keuken
• Klaar maken van eenvoudige bestellingen
• Verzorgen van mise-en-place, dekken/klaarmaken van tafels, glazen poleren
  

Werkzaamheden:

• Opruimen/schoonmaken van publieksruimten
• Afruimen en debrasseren
• Kassawerkzaamheden
• Dienstverlenend gastencontact
• Informatie geven in een vreemde taal
• Assisteren bij evenementen
• Naleven van voorschriften veiligheid, Arbo, HACCP

Leerdoelen

• Je kunt de vier verschillende soorten hygiëne in de horeca benoemen en uitleggen.
• Je weet waarom hygiëne in de horeca (extra) belangrijk is.
• Je kunt de totale beroepsuitrusting van de gastheer gebruiken.

Hygiëne = de kennis van alles wat ons gezond houdt

Hygiëne verdelen we in 4 groepen/vormen:

1. Persoonlijke hygiëne = verzorging van lichaam en kleding.

2. Bedrijfshygiëne = verzorging van werkplek, gereedschappen en hulpmiddelen.

3. Levensmiddelenhygiëne = verzorging van grondstoffen en producten.

4. Sociale hygiëne = rekening met elkaar houden.

Welke vorm van hygiëne is de belangrijkste voor de gastheer/-vrouw?

1. Persoonlijke hygiëne
2. Bedrijfshygiëne
3. Levensmiddelen hygiëne
4. Sociale hygiëne

Persoonlijke hygiëne

• Virussen en bacteriën die we bij ons dragen kunnen ziektes veroorzaken.
• Persoonlijke hygiëne = lichaamsverzorging:

1. handen -> sieraden, water, zeep en desinfectiemiddel

2. haren -> opgestoken, shampoo, wax, gel

3. huid -> zeep, deodorant

4. gebit -> tandenborstel, tandpasta

Waar moet iemand die in de pauze een sigaret rookt om denken?

Waarom mag je in de bediening geen of weinig parfum/aftershave op?

Op welke momenten moet je
tijdens het werk je handen
(opnieuw) wassen?

HACCP

• Haccp = Hazard Analysis and Critical Control Points.
• Nederlands = gevarenanalyse van kritische beheerspunten.
• Wettelijk verplicht systeem om te onderzoeken of de voedselveiligheid ergens tijdens het proces gevaar loopt.
• Kritische punten waar besmetting kan ontstaan moet een werkinstructie voor geschreven worden.
• Voorbeeld: handen wassen:
  

Beroepsuitrusting = onmisbare attributen voor het werk dat je moet verrichten.

- Diendoek = doek die je speciaal gebruikt om jezelf te beschermen bij het dragen van borden of schalen met warme gerechten.

Attributen

- Pen en papier voor het opnemen van de bestelling -> onthouden staat professioneler...

Tegenwoordig: elektronische kladblokjes =

handheld terminal -> bestelling gaat meteen

naar de keuken en in naar de kassa.

-> handig als er grote afstanden overbrugd moeten worden.

Attributen

- Lucifers of een aansteker

Voor kaarsen of rechauds

(warmhoudplaten) met brander.

Attributen

- Portefeuille = portemonnee

-> Om geld in op te bergen

-> Op terrassen

-> Als aan tafel afgerekend wordt

Attributen

- Zakdoek

-> Als je moet niezen of hoesten. In je handen niezen of hoesten is onsmakelijk.

-> Probeer uit het zicht van gasten.

-> Daarna altijd handen wassen.

Attributen

- Sommeliersmes

= kelnersmes

= wijnmes

-> Openen van een fles wijn

Kleding

Beroepskleding = kleding die hoort bij het beroep. Ook wel vakkleding.

Bedrijfskleding = beroepskleding die door het bedrijf verstrekt wordt, vaak met een logo van het bedrijf.

5 functies van beroepskleding

1. Veiligheid -> opvallende of beschermende kleding.
2. Uitstraling -> passend bij de bedrijfsformule, visitekaartje.
3. Hygiëne -> T-shirt onder je overhemd/blouse om transpiratievocht op te nemen, schone kleding.
4. Herkenning -> gasten moeten zien dat je bij het personeel hoort.
5. Rangen/functie -> zegt wat over verantwoordelijkheden.
   

Opdrachten:

H 3: Aan het werk

Opdrachten: 1 t/m 10

Overslaan: 8

Huiswerk

• H 3: Aan het werk! 
• Opdracht 1 t/m 10 -> typen in Word (alleen de opdrachtnummers met de antwoorden).
• Opdracht 8 overslaan.

Inleveren

• De opdrachten van H 1 en H 3 in Word (Inleveren op 25-09-2017)
• Vaktermenlijst in Word (dinsdag 26 in de les)
• Maandag 2 oktober toets!!

Evaluatie leerdoelen

• Je kunt de vier verschillende soorten hygiëne in de horeca benoemen en uitleggen.
• Je weet waarom hygiëne in de horeca (extra) belangrijk is.
• Je kunt de totale beroepsuitrusting van de gastheer gebruiken.
  

Vooruitblik op de volgende les

- Wanneer is de eerst volgende

   theorieles?

- Boeken:

* Oriëntatie op branche en beroep

(Theorietoets  aan het begin van de les)

* Mastiek en mise-en-place

* Bronnenboek

Maandag 25 september

•  9:00 uur verzamelen stationshal Groningen

(9:35 uur Assen intercity Rotterdam)

(10:15 uur Zwolle intercity Rotterdam)

• 11:10 uur Utrecht centraal
• 11:30 uur Winkel van Sinkel

Meenemen:

• ID kaart, paspoort of rijbewijs
• Flesje water (lunch + 2 drankjes is inbegrepen)
• Pen en papier voor aantekelingen
• Nette kleding aan!