1B. Herhaling PW

Hallo allemaal!
Vandaag:

* Herhaling uitleg
*Vragen wisbordjes
* Zelfstandige werktijd
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hallo allemaal!
Vandaag:

* Herhaling uitleg
*Vragen wisbordjes
* Zelfstandige werktijd

Slide 1 - Slide

Wat doen onze zintuigen?

Onze zintuigen zorgen ervoor dat we de omgeving kunnen waarnemen.

Een zintuig vangt verschillen/invloeden op uit de omgeving. Dat noem je prikkels.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Zintuigen
Zintuig
Ligging
Passende prikkel
Proeven
Mond
Smaak
Horen
Oren
Geluid
Ruiken
Neus
Geur
Zien
Ogen
Licht
Voelen
Huid
Druk

Slide 5 - Slide

Wat weten we al?
Wat is de goede volgorde van een prikkel?

A. Prikkel- zintuig- impuls- zenuw- ruggenmerg- hersenen- respons
B. Prikkel- zintuig- respons- hersenen- zenuwen- impuls

Slide 6 - Slide

Wat weten we al?
Wanneer kan je iets waarnemen?

A. Als de prikkel binnenkomt bij het zintuig
B. Als de impuls binnenkomt bij de hersenen

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Regeling van temperatuur

De huid helpt bij het regelen van je lichaamstemperatuur.

Het kan er namelijk voor zorgen dat we warmte verliezen, of juist vasthouden.

Slide 9 - Slide

Wat weten we al?
In welke huidlaag liggen de tast- en drukzintuigen?

A. De opperhuid
B. De lederhuid

Slide 10 - Slide

Wat weten we al?
De huid is erg belangrijk bij het regelen van de temperatuur. Zo heeft je lichaam een handig trucje uitgevonden als je het te warm hebt. Welk trucje is dat?
A. Als je het warm hebt ga je zweten
B. Als je het warm hebt krijg je kippenvel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Wat weten we al?
Soortgenoten steken elkaar aan in gedrag. Als iemand naar je lacht ben je als snel geneigd om terug te lachen. Hoe heet dit soort gedrag?

A. Normen en waarden
B. Sociaal gedrag

Slide 15 - Slide

Wat weten we al?
In welk onderdeel van het oog worden de impulsen gemaakt?

A. Vaatvlies
B. Netvlies
C. Glasachtig lichaam

Slide 16 - Slide

Wat weten we al?
Hoeveel licht er doorgelaten wordt je ogen in, wordt geregeld door:

A. De iris
B. De pupil

Slide 17 - Slide

De bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit:

1. Centrale zenuwstelsel 
(hersenen en ruggenmerg)
2. Zenuwen

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Wat weten we al?
De hersenen en het ruggenmerg is een belangrijk onderdeel van het zenuwstelsel. Hoe worden deze twee onderdelen samen genoemd?

A. De impuls-respons reactie
B. Het centrale zenuwstelsel

Slide 21 - Slide

Wat weten we al?

Slide 22 - Slide

Gedrag

Gedrag bestaat uit verschillende  handelingen die met elkaar te maken hebben. 
De handelingen hebben samen een doel.


Gedrag zijn alle reacties en acties op prikkels uit de omgeving.


Slide 23 - Slide

Gedragsketen: de ene handeling leidt tot de volgende handeling

Slide 24 - Slide

Respons of prikkel?

Je hebt honger                                                   respons/ prikkel
Je hebt honger, dus besluit wat te eten        respons/ prikkel

Je opent je mobiel om te gaan kijken            respons/ prikkel
Je hoort dat je een nieuw appje krijgt           respons / prikkel

Slide 25 - Slide

Aangeboren en aangeleerd
Gedrag is voor een deel aangeboren, en voor een deel aangeleerd.

Aangeboren gedrag: zit in de natuur van het dier/mens. Dit kunnen jonge dieren zonder voorbeeld.
Bijvoorbeeld: het zogen bij het moederdier.

Aangeleerd gedrag: dit leren we door voorbeeld te krijgen van andere. In het begin vooral van ouders, als je ouder wordt ook van je omgeving.
Bijvoorbeeld: een peuter leert met bestek eten.

Slide 26 - Slide

Sociaal gedrag
Bij veel dieren wordt het gedrag beïnvloed door soortgenoten. 

Het gedrag van soortgenoten naar elkaar noem je sociaal gedrag.


Bij sociaal gedrag is een handeling van een dier (of mens) een prikkel voor een handeling van een soortgenoot.
Bijvoorbeeld: jij ziet een bekende, steekt je hand op en zwaait.

Slide 27 - Slide

Normen en waarden
Om goed te kunnen samenleven hebben mensen daarom normen en waarden.

Normen: Gedragsregels waar je je aan moet houden
Bijvoorbeeld: niet stelen, niet vechten

Waarden: dingen die mensen belangrijk vinden
Bijvoorbeeld: eerlijk zijn, respect hebben voor elkaar



Slide 28 - Slide

Wat weten we al?
Meerdere gedragingen achter elkaar noem je een gedragsketen.
 Hoe noem je 1 gedraging?

A. Gedraging
B. Handeling

Slide 29 - Slide

Zelfstandig werken
Je hebt nu 




zelfstandige werktijd
timer
10:00
Wat kan je doen:

* Samenvatting afmaken
* Samenhang opdrachten maken 
* Oefentoets op online leeromgeving
* Begrippenlijst aanvullen
* Vragen stellen, als je nog vragen hebt!

Slide 30 - Slide