Zinsvolgorde 1

Deel 2: 
zinnen met vervoer
" Ik fiets naar PIBLW. " 


1 / 18
next
Slide 1: Slide
NT2Voortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deel 2: 
zinnen met vervoer
" Ik fiets naar PIBLW. " 


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je zinnen? 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

De rest: wie of wat   (en hoe?)
De rest kan dus tijd of plaats zijn. Maar het kan ook wie of wat zijn. Kijk naar de voorbeelden:

Slide 3 - Slide

Vraag lln: waar zet ik: hoe? 
Ik
vandaag
loop
naar school.

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

straks
loopt
Hij
naar huis.

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met:
lopen

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

met de auto?
zij
Komt
vandaag

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

met de trein
Wij
naar Terneuzen
komen niet

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met:
komen

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

jij
bang
Ben
om te vliegen?

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

De juf
op de boot
naar Vlissingen
is

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

is
kapot.
van de baas
De fiets

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met:
zijn

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

naar Breskens
De leerlingen 
voor de ferrie
betalen 5 euro

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Maak een zin met:
betalen

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

De bus naar Terneuzen
10 minuten
vertraging
heeft

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions


Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions