les 12-13 voorbereiding toets

7 okt 2020
hh. woorden les 12 (p.214) t/m ὁ πολεμιος

lr. p.17 & 18 grammatica-overzicht (de modi, incl AcI)

aanw.vnw.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

7 okt 2020
hh. woorden les 12 (p.214) t/m ὁ πολεμιος

lr. p.17 & 18 grammatica-overzicht (de modi, incl AcI)

aanw.vnw.

Slide 1 - Slide

vertaal de volgende woorden/vormen

Slide 2 - Slide

κρειττων
(twee woorden)

Slide 3 - Open question

ποτερος

Slide 4 - Open question


(twee betekenissen)

Slide 5 - Open question

διαφερω

Slide 6 - Open question

ὡς μεγιστα

Slide 7 - Open question

χρη

Slide 8 - Open question

ἐξεστιν

Slide 9 - Open question

enkele vragen over de AcI

Slide 10 - Slide

ἐνομιζον ὑμας ἀληθευειν
ἀληθευω = de waarheid spreken; hier verkort genoteerd
A
inf.praes. dus: ik meende dat jullie spreken
B
inf.praes. dus: ik meende dat jullie gesproken hebben
C
inf.aor. dus: ik meende dat jullie gesproken hebben
D
inf.praes. dus: ik meende dat jullie spraken

Slide 11 - Quiz

νομιζω ὑμας ἀληθευσαι
A
inf.praes. dus: ik meende dat jullie spraken
B
inf.aor. dus: ik meen dat jullie spraken
C
inf.aor. dus: ik meen dat jullie gesproken hebben
D
inf.aor. dus: ik meende dat jullie gesproken hebben

Slide 12 - Quiz


nu jij, vertaal: ἐνομιζον ὑμας ἀληθευσαι
ἀληθευω = de waarheid spreken; hier verkort noteren

Slide 13 - Open question

9 okt 2020
Oefenen aanw.vnw. / Vertalen 13B

Toetsstof:
woorden 12 & 13
grammatica 12 & 13 = grammatica-overzicht 2.5, 2.6.2, 3.7.3 & kopieën

tekst 13B

Slide 14 - Slide

hoe zat het met het aanw.vnw.?

Slide 15 - Slide

gebruik
ὁ ἀνὴρ οὗτος με καλεῖ. 
=
οὗτος ὁ ἀνὴρ με καλεῖ. 
--> die man roept mij
VS
οὗτος με καλεῖ.
--> híj roept mij

Slide 16 - Slide

gebruik
ὁδε = dichtbij
ἐκεινος  = veraf
οὑτος kan beide

ὁδε ὁ ἀνηρ με καλεῖ. - deze man roept mij
ὁ ἀνηρ ἐκεινος με καλεῖ. - die man roept mij

Slide 17 - Slide

το τεκνον ...
dit kind
A
τοδε
B
ὁδε
C
ἐκεινο
D
ἐκεινον

Slide 18 - Quiz

το τεκνον ...
dat kind
A
τοδε
B
ὁδε
C
ἐκεινο
D
ἐκεινον

Slide 19 - Quiz

ἡ μητηρ αὑτη
betekent...
A
de moeder zelf
B
dezelfde moeder
C
die moeder
D
deze moeder

Slide 20 - Quiz

ἡ μητηρ ἡ αὐτη
betekent...
A
de moeder zelf
B
dezelfde moeder
C
die moeder
D
deze moeder

Slide 21 - Quiz

vertaal (incl naamval):
ἐκεινης της μαχης

Slide 22 - Open question

ταδε τα σωματα

Slide 23 - Open question

wat moet de vorm tussen haakjes zijn? τας νησους (οὑτος)
A
οὑτους
B
ταυτους
C
ταυτας
D
οὑτας

Slide 24 - Quiz

wat moet de vorm tussen haakjes zijn? των πετρων (οὑτος)
A
τωτουν
B
τουτων
C
οὑτων
D
τωτων

Slide 25 - Quiz