WOORDEN plus OPDRACHTEN bellen en mailen - rose - dag 5 NT2

Thema 3 Bellen en mailen
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 3 Bellen en mailen

Slide 1 - Slide

de opdracht
  • taak die je krijgt
  • moet je maken of doen
  • de opdracht - de opdrachten
  • zin: Ik maak morgen twee opdrachten.
  • zin: De opdracht is klaar. 

Slide 2 - Slide

(de) rest
  • dat wat overblijft 
  • rest - restje
  • zin: Ik neem de rest mee.
  • zin: De rest van de klas is leeg.
  • zin: Er is nog een restje pasta in de pan over.

Slide 3 - Slide

Maak een goede zin met het woord:
'opdracht'.
timer
2:00

Slide 4 - Open question

Hoe noem je een taak die je krijgt?
A
een som
B
een plaats
C
een keer
D
een opdracht

Slide 5 - Quiz

Maak een goede zin met het woord: 'plaats'

Slide 6 - Open question

Een ander woord (synoniem) voor 'regel' ..........
A
zegsel
B
afspraak
C
vertellen
D
praatje

Slide 7 - Quiz

Waar is de ................ van de klas?
A
rest
B
samen
C
reden
D
regel

Slide 8 - Quiz

In de pan zit nog een ..........
A
regel
B
reden
C
restje
D
plaats

Slide 9 - Quiz

niet alleen =
A
de keer
B
datum
C
samen
D
morgen

Slide 10 - Quiz

Het woord 'straks' betekent :

Slide 11 - Open question