This lesson contains 22 slides, with text slides.
Zegt iets extra's over een ander woord dan het zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld zegt iets over een:
- werkwoord
- ander bijwoord
- bijvoeglijk naamwoord
Hij loopt heel hard.
Het bijwoord hard -> zegt iets over het ww.
Het bijwoord heel -> zegt iets over het andere bijwoord hard.
(Hoe hard loopt hij?)