1B week 14 les 1 P3 Grammatica: uitleg hulpwerkwoorden en zelfstandige werkwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom 1B

Doe je telefoon in de telefoontas. 

Ga op je vaste plek zitten. 

Pak je leesboek. 

Laat de iPad in de tas. 

Geen tas op tafel.

Geen jas of kauwgom in het lokaal. 

Stil lezen

Vandaag

Werkwoorden H34

Kern P3 te behandelen stof

H5 Zelfstandig naamwoord en lidwoord: behandeld

H6 Bijvoeglijke naamwoorden en telwoorden: behandeld

H19 Werkwoorden herkennen: behandeld

H20 Persoonsvorm: behandeld

H21 Onderwerp: behandeld 

H33 Werkwoordelijk gezegde behandeld

H34 Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord behandeld

H47 Voorzetsel: behandeld

H48 Persoonlijk voornaamwoord 

H49 Bezittelijk voornaamwoord 

H61 Aanwijzend voornaamwoord 

H62 Betrekkelijk voornaamwoord 

H75 Lijdend voorwerp behandeld

H76 Meewerkend voorwerp behandeld

H77 Bijwoordelijke bepaling behandeld

PO 

Morgen inleveren:

Anwar Berat PO P2

Lesdoelen

Je leert hoe je zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden herkent in een zin. 

Herhaling vorig lessen

Alles van redekundig ontleden

PV

Zinsdelen

OW

WG

LV

MW 

BWB

Uitleg werkwoorden 

Een werkwoord geeft aan wat iemand doet. 

Je hebt zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden. 

Zelfstandig werkwoord

Kan niet worden weggelaten en kan 'zelfstandig' in een zin staan. 

Oscar gooit de bal. 

Als er meer werkwoorden in de zin staan, is er maar 1 het zelfstandig werkwoord. 

Oscar zou een bal willen gooien. 

Hulpwerkwoord

Staan altijd samen met een of meer andere werkwoorden in een zin en helpen de zin in een bepaalde tijd te zetten. 

Hebben en zijn geven aan dat iets al is gebeurd:

Floris heeft een scooter gekocht. Ik ben met de trein gekomen.

Zullen en gaan geven aan dat iets in de toekomst gebeurt:

Sanne zal een marathon lopen. Pim gaat Sanne aanmoedigen.

Hulpwerkwoord

Worden en zijn kunnen aangeven dat iets door iemand is gedaan. 

Mia is door Tom gebeld.

Het apparaat wordt elke dag schoongemaakt. 

Voorbeelden hulpwerkwoorden:

hebben, zijn, worden, zullen, kunnen, mogen, moeten, willen, gaan, laten

Hulpwerkwoord

Let op!

De werkwoorden hebben, zijn, worden en gaan zijn niet altijd een hulpwerkwoord. Ze kunnen ook zelfstandig gebruikt worden. Dan staan ze wel alleen in een zin.

Hij heeft een nieuwe tas. 

Ik ga naar de klas. 

Huiswerk nakijken

Eerste tekst klaar informatieboekje. 

Huiswerk

Maken H34 opdracht 1 t/m 6

Aan de slag

Ga aan de slag met het maken van de opdrachten. 

Of

Ga in je groepje aan de slag met jullie po. 

Is de opdracht duidelijk?

Volgende les

We gaan verder met taalkundig ontleden. 

Zijn voor jou de lesdoelen behaald?

Ik kan zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden herkennen in een zin. 

Hoe ging deze les?

Wat heb je geleerd vandaag?

Wat vond je leuk aan deze les? 

Heeft iemand vragen?

Fijne dag 

&

tot de volgende keer!