klas 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Goedemorgen! 

- Jassen uit.

- Tassen van tafel.

- Leesboek op tafel.

LEZEN, in stilte...........

Wat gaan we doen vandaag?

- even kort herhalen: werkwoordspelling tegenwoordige tijd;

- instructie werkwoordspelling verleden tijd;

- aan de slag met werkwoordspelling verleden tijd.

Benodigdheden: pen, schrift.

Vertellen

Hij ................... mij niet de waarheid!

a) verteld

b) vertelt

Zwakke werkwoorden

verleden tijd: 

                                            +DE :  schilder de

 

                                      + TE : fiets te

Zwakke werkwoorden

verleden tijd: 

                                            +DE :  schilder de

 

                                      + TE : fiets te

stam

Verleden tijd met een d of t?
                            

Twijfel je?
Als de laatste letter van de stam voorkomt in
't ex-kofschip, schrijf je een -t. Zo niet, dan schrijf je een -d.

Deze regel is bij de verleden tijd al aan bod geweest.

Voorbeeld

Lachen -   lach - lach te

Praten - praat - praat te

Schilderen - schilder - schilder de

Branden - brand - brand de

create.kahoot.it

Aan de slag!

Wat? Opdracht maken (wordt uitgedeeld), schrijven op het blad.

Hoe? Ieder voor zich maar zacht overleg mag (oortjes).

Nodig? Pen. 

Tijd? 5 minuten.

Klaar? 1. Vergelijk antwoorden met je buur,

              2. Lees in je leesboek / staar uit het raam.