Paragraaf 4.2 veranderende grenzen in Europa


A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens
1 / 15
next
Slide 1: Quiz
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson


A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 1 - Quiz

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 2 - Quiz

Natuurlijk of kunstmatig?
A
Natuurlijke grens
B
Kunstmatige grens

Slide 3 - Quiz

Geef vanuit de afbeelding een reden waarom Rusland de Krim heeft bezet en vindt dat dit rechtvaardig is.

Slide 4 - Open question

Wat zou een voordeel zijn van een natuurlijke grens t.o.v. een kunstmatige grens?

Slide 5 - Open question

Welke uitspraken zijn juist?
A
De bouwstijl is een kenmerk van cultuur
B
De sport die je doet heeft te maken met je cultuur
C
Japan is een voorbeeld van een natiestaat
D
Nederland en Australië horen bij hetzelfde cultuurgebied

Slide 6 - Quiz

Aan welke 3 voorwaarden moet een staat voldoen om een staat genoemd te mogen worden?

Slide 7 - Open question

Natiestaat
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het volk (natie) is zo groot dat het niet in 1 staat leeft.
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 8 - Drag question

welk begrip hoort bij het verspreiden van cultuurelementen
A
globalisering
B
amerikanisering
C
diffusie
D
europeanisering

Slide 9 - Quiz

Noem twee manieren hoe cultuurelementen zich kunnen verspreiden (diffusie).

Slide 10 - Open question

De grenzen van het continentaal plat zijn...
A
Kunstmatig
B
Natuurlijk

Slide 11 - Quiz

Nederland is soeverein wat betekend dit?

Slide 12 - Open question

Wat vind je van deze digitale les (dus filmpje/uitleg, quizvragen, opbouw, manier van les)?

Slide 13 - Open question

Begrijp je de leerdoelen van 4.2?
  1. De leerling kan beschrijven dat (en hoe) de staatsgrenzen veranderen, met name in de staten in Oost- en Midden-Europa.
  2. De leerling kan de gevolgen van verschuivende staatsgrenzen beschrijven voor de steden Lviv en Wroclaw. 
  3. De leerling kan verklaren waardoor staatsgrenzen veranderen. 
  4. De leerling weet de topografie van Oost- en Midden-Europa. 

Belangrijk:
Deze leerdoelen gaan in op het leerboek. De achterliggende theorie staat in B150, B151 en B152. Basisboek zal centraal staan in deze uitleg, vooral de begrippen!

Slide 14 - Slide

En nu...
  1. Ga naar de de planner in de drive, week 15.
  2. Kijk wat je moet doen voor 4.2 (lezen in leerboek en maken opdrachten via methodesite: maak de opdrachten van 4.2 via de methodesite, 1a tot en met 10d, de herhaling en de zelftoets). Gebruik bij het maken altijd de groepscode, zie planner voor groepscode.
  3. 4.2 af? Dus gelezen, presentaties bekeken + quizvragen beantwoord én de opdrachten uit het digitale werkboek gemaakt? Dan ben je klaar voor deze week!

Slide 15 - Slide