This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat is SMART
Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen of goede voornemens.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
S
Specifiek
Wat wil je bereiken?
Waar ga je het doel uitvoeren?
Slide 4 - Slide
M
Meetbaar
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
Slide 5 - Slide
A
Acceptabel
Sluit het doel aan bij de opdracht?
Je weet waarom je het doel wilt bereiken
Slide 6 - Slide
R
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Welke acties zijn er nodig om het doel te behalen?
Slide 7 - Slide
T
Tijdsgebonden
Wat is de datum/tijdstip waarin het doel behaald moet zijn?
Wanneer ben je klaar?
Welke deadlines/belangrijke momenten zitten er in de totale periode?
Slide 8 - Slide
TIPS om doelen smart te formuleren
Niet gebruiken:
meer
beter
veel
weinig
goed
voldoende
Wel gebruiken:
Ik kan...
Binnen nu en...
Over 2 maanden
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Hulp vragen
Slide 11 - Slide
Hoe zou jij het doen?
In de onderstaande slides zie je een doel. Maak het doel SMART en vul het in. Kijk naar het voorbeeld en bespreek met elkaar wat jullie van het doel vinden
Slide 12 - Slide
Ik zou wel betere smartdoelen willen gebruiken in mijn BPV verslagen
Slide 13 - Open question
Voorbeeld
Over 2 maanden ben ik in staat om
leerdoelen te maken volgens de SMART methode en gebruik ik deze in mijn BPV verslagen
Slide 14 - Slide
Ik ga proberen feedback te vragen in de BPV
Slide 15 - Open question
Voorbeeld
Ik vraag deze week 3 maal feedback aan
mijn werkbegeleidster op een door mijn
vooraf aangegeven onderwerp.
Slide 16 - Slide
Ik kom beter voor mezelf op en werk bijna niet meer extra.
Slide 17 - Open question
Voorbeeld
De maand december werk ik naast mijn contracturen maximaal 8 uur extra.