Office and Management Support SpecialistMBOStudiejaar 1-3
This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Video
Slide 2 - Slide
Wat is SMART
Doelstellingen worden vaak te vaag en vrijblijvend geformuleerd als wensen of goede voornemens. Om zo veel mogelijk uit jouw vak te halen moet je SMART doelen stellen.
Slide 3 - Slide
S
Specifiek
Wat moet ik doen om dit doen te behalen?
Wat wil je bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar ga je het doel uitvoeren?
Is het een concreet doel?
Waarom wil je dit doel bereiken?
Slide 4 - Slide
M
Meetbaar
Wanneer weet je of je je doel hebt bereikt? Je doel moet meetbaar zijn. Bij afvallen kun je kiezen voor aantal kilo’s. Bij sporten kun je kiezen voor het aantal sportsessies per week.
Slide 5 - Slide
A
Acceptabel
Sluit het doel aan bij de opdracht?
Je weet waarom je het doel wilt bereiken
Slide 6 - Slide
R
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Niet te moeilijk en niet te makkelijk
Slide 7 - Slide
T
Tijdsgebonden
Wat is de periode dat het doel klaar moet zijn?
Wanneer ben je klaar?
Wanneer is het doel behaald?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
TIPS om doelen smart te formuleren
Niet gebruiken:
meer
beter
veel
weinig
goed
voldoende
Wel gebruiken:
Ik kan...
Binnen nu en...
Over 2 maanden
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Hulp vragen
Slide 12 - Slide
Ik zou wel betere smartdoelen willen gebruiken in mijn BPV verslagen
Slide 13 - Open question
Voorbeeld
Over 2 weken ben ik in staat om
leerdoelen te maken volgens de SMART methode en gebruik ik deze in mijn BPV verslagen.
Slide 14 - Slide
Ik ga proberen feedback te vragen
Slide 15 - Open question
Voorbeeld
Ik vraag deze week 3 maal feedback aan
mijn werkbegeleidster op een door mijn
vooraf aangegeven onderwerp.
Slide 16 - Slide
Ik kom beter voor mezelf op en werk bijna niet meer extra.
Slide 17 - Open question
Voorbeeld
De maand december werk ik naast mijn contracturen maximaal 8 uur extra.