Paragraaf 3 pluriforme samenleving

De Spanjaard Manuel Cardoso heeft al twee jaar een restaurant op Texel. Hij wil in Nederland blijven en laat zijn vrouw en dochtertje naar Nederland komen. Hier is sprake van:
A
asiel.
B
gezinsvorming.
C
gezinshereniging.
D
onafhankelijkheid van koloniën.
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

De Spanjaard Manuel Cardoso heeft al twee jaar een restaurant op Texel. Hij wil in Nederland blijven en laat zijn vrouw en dochtertje naar Nederland komen. Hier is sprake van:
A
asiel.
B
gezinsvorming.
C
gezinshereniging.
D
onafhankelijkheid van koloniën.

Slide 1 - Quiz

2. Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Een Nederlandse man wil trouwen met een vrouw uit Gambia. Daarna wil hij haar naar Nederland halen. Dat mag als hij voldoende verdient.
2. Paul (21) wil zijn met zijn Amerikaanse vriendin Kate (19) trouwen. Omdat Kate in haar land de universiteit heeft gedaan, hoeft ze geen inburgeringsexamen te doen.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 en 2 zijn beide juist.
C
1 is onjuist, 2 is juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 2 - Quiz

Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. De laatste jaren komen er vooral asielzoekers uit andere EU-landen naar Nederland.
2. Werkzoekenden uit alle landen zijn in de EU-landen van harte welkom.

A
1 is juist, 2 is onjuist.
B
1 en 2 zijn beide juist.
C
1 is onjuist, 2 is juist.
D
1 en 2 zijn beide onjuist.

Slide 3 - Quiz

Met een pluriforme samenleving wordt een samenleving bedoeld waarin naast de oorspronkelijke bewoners ook mensen wonen van of uit verschillende:
A
etnische achtergronden met verschillende gewoonten.
B
landen uit Europa en de Verenigde Staten.
C
landen die toegelaten zijn als politieke vluchtelingen.
D
leeftijden.

Slide 4 - Quiz

Een asielzoeker wordt hier alleen toegelaten als hij:
A
in zijn eigen land geen werk heeft.
B
voor gezinsvorming naar Nederland komt.
C
in zijn eigen land gevaar loopt.
D
voor gezinshereniging in aanmerking komt.

Slide 5 - Quiz

Wie kwamen er in de jaren 60 van de vorige eeuw vooral naar Nederland?
A
Irakezen omdat ze op de vlucht waren voor een oorlog in hun eigen land.
B
Turken en Marokkanen die op zoek waren naar werk.
C
Asielzoekers uit Duitsland en België.
D
Surinamers die een Nederlands paspoort hadden gekregen.

Slide 6 - Quiz

Niet alle groepen allochtonen zijn tegelijk naar Nederland gekomen. Sleep de juiste groep naar de juiste periode
a. van 1946 tot 1962.
b. Jaren 60
c. de laatste jaren.
Indische Nederlanders
Turkse gastarbeiders
Vluchtelingen uit Syrie

Slide 7 - Drag question

a. Welke conclusie naar aanleiding van deze tekst is juist?
-Meer mensen hebben Nederland verlaten dan dat er binnen zijn gekomen.
-Er zijn meer mensen Nederland binnengekomen dan dat er zijn weggegaan.

Slide 8 - Open question

b. Welke reden hebben asielzoekers vooral om uit hun eigen land te vluchten?

Slide 9 - Open question

c. Om welke reden komen mensen uit Oost-Europa vooral naar Nederland?

Slide 10 - Open question