Week 1 - les 1

Wendy
Anouk
Fian
Charlotte
Darian
Theo
Tom
Bastiaan
Mauve
Aimée
Nikkie
Semma
Daniel
Ryan
Laya
Britt
Arjuna
Timo
Ferdi
Olivier
Varvara
Jules
Fatima
Zahrine
Lasse
Tim
Seb
Dean
Eleni
Juliet
Neal
Docent
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wendy
Anouk
Fian
Charlotte
Darian
Theo
Tom
Bastiaan
Mauve
Aimée
Nikkie
Semma
Daniel
Ryan
Laya
Britt
Arjuna
Timo
Ferdi
Olivier
Varvara
Jules
Fatima
Zahrine
Lasse
Tim
Seb
Dean
Eleni
Juliet
Neal
Docent

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Die Planung 
1. Toetsweek - resultaten
2. Planning blok 2
3. Grammatik - Lidwoorden, zelfstandige naamwoorden en hoofdletters
4. Aussprache
5. Sprechen


5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Toetsweek - resultaten
  • 7 november pas definitieve normering
  • Volgende week woensdag bespreking
  • Veel fouten door niet goed te lezen helaas....
  • Onderstrepen persoonlijk vnw, tegenovergestelde in NL opschrijven
  • Veel fouten door vertaling zinnen en woorden niet goed leren

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Periode 2
2 hoofstukken (Kapitel 2 en 3)


Belangrijk is om de woorden en grammatica bij te houden

Samen studieplanner doornemen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Periode 2
SO al over 3 weken


woensdag 23 november

Dus leer de woorden elke keer goed!

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Kapitel 2 - feierst du mit?

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Welke lidwoorden zijn er in het Duits?
mannelijk 
vrouwelijk 
onzijdig
meervoud

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Welke lidwoorden zijn er in het Duits?
mannelijk - der
vrouwelijk  - die
onzijdig - das
meervoud - die

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige nmw en lidwoord
Zelfstandige naamwoorden hebben een hoofdletter in het Duits. 
Dus niet das foto maar das Foto. 


Zelfstandige naamwoorden hebben ook een geslacht, ze zijn mannelijk (der) vrouwelijk (die) of onzijdig (das). 

Seite 50 Buch

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Lidwoorden der/die/das
mannelijk:
Alle woorden die biologisch mannelijk zijn. (der Mann,  der Stier,  der Opa)
vrouwelijk: 
Alle woorden die biologisch vrouwelijk zijn. (die Frau, die Kuh, die Oma)
Alle woorden die op -schaft en -heit eindigen (die Mannschaft, die Einheit)
Alle worden die op -keit en -ung eindigen (die Abhängigkeit, die Übung)
Veel woorden die eindigen op een e (die Rose, die Lampe)
onzijdig:
De meeste woorden waarvan het lidwoord in het Nederlands "het" is. (das Schaf,  das Kind)
meervoud:
Bij meervoud is het lidwoord altijd die. (die Männer, die Frauen, die Schafe)




Seite 50 Buch

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

___ Oma.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions


___ deutsche Rapper.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

___ Pokemons.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

___ Hotel.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

___ deutsche Sängerin.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

___ Stier.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

___ Mädchen.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Übung 7 en , blz 50
C7: Schrijf bij elk woord het juiste lidwoord
C8: Markeer alle zelfstandige nmw

Klaar?
Maak Kapitel 2 Training blz 168 - 2
Kapitel 2 Challgenge blz 169 - 3

timer
5:00

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aussprache

C10

Seite 52

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wörterliste A + B
Luister mee en lees mee met Wörterliste A + B
Spreek de woorden hardop na

Slide 20 - Slide

Vragen:
Ich wohne in Voorburg wo wohnst du?
er wohnt in Voorburg, 
ihr wohnt in....
Wir wohnen in......
enz. 
S.  47  Hören 
Aufgabe 2
Leonie is snel jarig. Ze heeft zich voorgenomen wat vrienden en medescholieren uit te nodigen zodat het een leuk feest wordt. Luister naar het fragment verjaardagsplannen en kruis het juiste antwoord aan. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

S. 47 Wörter
Aufgabe 43
Welk woord past in de zin?
 
Gebruik Wörterliste A Seite 72
timer
5:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Fragen
Wie heißt du?
Wie alt bist du?
Wo wohnst du?
Woher kommst du?
Wie ist deine Handynummer?

Slide 23 - Slide

Vragen:
Ich wohne in Voorburg wo wohnst du?
er wohnt in Voorburg, 
ihr wohnt in....
Wir wohnen in......
enz. 
Hausaufgaben
Lernen:

K2: wörterliste A en B
(D-N) en Grammatik C

Leer goed de lidwoorden
Morgen spel

Slide 24 - Slide

This item has no instructions