1 vwo Kapitel 2 les 1

Kapitel 2 Feierst du mit?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Kapitel 2 Feierst du mit?

Slide 1 - Slide

Periode 2
Luistertoets (SO) week 3
Leestoets (PW) week 4
PO vlog week 5
Proefwerkweek week 7 + 8

Slide 2 - Slide

Was machen wir heute
- Einleitung in Kapitel 2
- Bücher lesen
- ein Lied
- Wörter
-  Grammatik
- PO erklären
- Prüfung besprechen

Slide 3 - Slide

Logo tv
Wir schauen jetzt eine Sendung von Logo tv 
(Duitse jeugjournaal) 
Beantworte die Fragen!

Slide 4 - Slide

S. 46 Lied
Aufgabe 1
 A.Lees de tekst door voor we de video gaan kijken. Zoek in de tekst de Duitse vertaling voor de volgende woorden en schrijf ze op.
B.  In de tekst wordt gezegd dat de jarige de gasten niet heeft uitgenodigd. Noteer in het Nederlands twee redenen waarom niemand is uitgenodigd.
C.  Nu kijken we de video, weet je nu waarom ze niemand heeft uigenodigd?
 D.  Waarom zijn de gasten volgens jou toch gekomen? noem 2 redenen in het Nederlands
timer
5:00

Slide 5 - Slide

S. 47 Wörter
Aufgabe 3
Welk woord past in de zin?
 
Gebruik Wörterliste A Seite 72
timer
5:00

Slide 6 - Slide

S.  47  Hören 
Aufgabe 2
Leonie is snel jarig. Ze heeft zich voorgenomen wat vrienden en medescholieren uit te nodigen zodat het een leuk feest wordt. Luister naar het fragment verjaardagsplannen en kruis het juiste antwoord aan. 

Slide 7 - Slide

Pak je schrijft erbij!
Zelfstandige naamwoorden schrijf je in het Duits met een hoofdletter. Dus niet das foto maar das Foto. Bij elk zelfstandig naamwoord hoort een lidwoord. Het Duits kent drie verschillende bepaalde lidwoorden
der die und das
Zelfstandige naamwoorden hebben ook een geslacht, ze zijn mannelijk (der) vrouwelijk (die) of onzijdig (das). 

Substantive (zelfstandig naamwoord)
Artikel (zelfstandig naamwoord)

Slide 8 - Slide

Lidwoorden der/die/das
mannelijk:
Alle woorden die biologisch mannelijk zijn. (der Mann,  der Stier,  der Opa)
vrouwelijk: 
Alle woorden die biologisch vrouwelijk zijn. (die Frau, die Kuh, die Oma)
Alle woorden die op -schaft en -heit eindigen (die Mannschaft, die Einheit)
Alle worden die op -keit en -ung eindigen (die Abhängigkeit, die Übung)
Veel woorden die eindigen op een e (die Rose, die Lampe)
onzijdig:
De meeste woorden waarvan het lidwoord in het Nederlands "het" is. (das Schaf,  das Kind)
meervoud:
Bij meervoud is het lidwoord altijd die. (die Männer, die Frauen, die Schafe)




Slide 9 - Slide

Übung 7 und 8
7. Schrijf bij elk woord het juiste lidwoord, gebruik hierbij kleurtjes
rood voor die
blauw voor der
groen voor das
zwart voor meervoud 
8.   Je ziet een stukje facebook tekst zonder hoofdletters, onderstreep de letters die met een hoofdletter geschreven worden. 

Slide 10 - Slide

Ordinalzahlen (rangtelwoorden)
Kijk in de lernecke Grammatik E 
Seite 76
Dit zijn de rangtelwoorden, Bij opdracht 9 ga je in de zin het juiste rangtelwoord zetten.
2 t/m 19 getal + te
Vanaf 20 getal + ste
uitzondering erste, dritte, siebte, achte


Slide 11 - Slide

___ Oma.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 12 - Quiz


___ deutsche Rapper.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 13 - Quiz

___ Pokemons.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 14 - Quiz

___ Hotel.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 15 - Quiz

___ deutsche Sängerin.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 16 - Quiz

___ Stier.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 17 - Quiz

___ Mädchen.
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 18 - Quiz

Boekje lezen
Deze periode lezen we samen een boekje, ik lees gedeeltes voor en jullie lezen zelf ook een aantal hoofdstukken. 
Om de week lezen we 20 minuten aan het begin van de les

Slide 19 - Slide

Der die das?
Je krijgt kaartjes, ik noem een woord, je geeft met een kleur aan of het mannelijk, vrouwelijk of onzijdig is. 

Slide 20 - Slide

Hausaufgaben
Machen:
Aufgabe   3, 7, 8 en 9 
Kapitel 2 afmaken
Vanaf Seite 47

Lernen:
Wörterliste A

Slide 21 - Slide