Goed gebekt deel 1, taak 4

GOED GEBEKT DEEL 1, taak 4
Wat betekenen de moeilijke woorden in deze zinnen?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

GOED GEBEKT DEEL 1, taak 4
Wat betekenen de moeilijke woorden in deze zinnen?

Slide 1 - Slide

Het verschil is klein, maar wel significant
A
bekend
B
begrijpelijk
C
veelbetekenend

Slide 2 - Quiz

Iets chronologisch weergeven.
A
dwars door elkaar
B
als een lange opsomming
C
in de juiste tijdsvolgorde

Slide 3 - Quiz

Kennis van computerprogramma's is een pre.
A
voorwaarde
B
pluspunt
C
noodzaak

Slide 4 - Quiz

Mag ik een paar suggesties doen om dat plan te verbeteren?
A
voorstellen
B
wensen
C
oefeningen

Slide 5 - Quiz

Door integratie van buitenlanders wordt de situatie er beter op.
A
het tot een geheel maken of het opnemen in een geheel
B
het in delen uiteenvallen
C
ongehuwd samenwonen

Slide 6 - Quiz

Moeilijke woorden
Wat zijn de synoniemen/betekenissen van deze moeilijke woorden?

Slide 7 - Slide

Bij dat boek hoort een supplement
A
ontheffing
B
aanvulling
C
afschrift

Slide 8 - Quiz

Het duplicaat mag je houden
A
aanvulling
B
ontwerp
C
afschrift

Slide 9 - Quiz

Wij vragen dispensatie aan.
A
ontheffing
B
aanvulling
C
toekenning
D
advies

Slide 10 - Quiz

Wat is de consequentie van die keuze?
A
oorzaak
B
argumentatie
C
gevolg

Slide 11 - Quiz

Met welke valuta ga je betalen?
A
muntgeld
B
munteenheid
C
geldbriefjes

Slide 12 - Quiz

Gezegdes/uitdrukkingen
Vul aan met het juiste werkwoord

Slide 13 - Slide

Ruggespraak met iemand .....
A
hebben
B
houden
C
maken

Slide 14 - Quiz

Verandering van spijs doet .....
A
eten
B
voelen
C
beginnen

Slide 15 - Quiz

Iemand monddood .....
A
maken
B
laten
C
houden

Slide 16 - Quiz

Zich gepasseerd .....
A
weten
B
maken
C
voelen

Slide 17 - Quiz

De vrije hand
A
houden
B
hebben
C
laten

Slide 18 - Quiz