Werkwoorden geven heel duidelijk informatie over de activiteit die iemand aan het doen is.
fietsen, lopen, spelen, kruipen, klappen, slapen, rennen, vallen...
Toch zijn niet alle werkwoorden even goed herkenbaar, dit zijn ook werkwoorden maar geven geen duidelijke activiteit weer.
gaan, twijfelen, bedenken, beheersen, zijn, hebben