Sixième cours 30 septembre

1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Planning et buts
Aan het eind van dit lesuur....
1. Hebben we het huiswerk besproken
2. Kan je het juiste bezittelijk voornaamwoord gebruiken
3. Weet je hoe je jezelf kan voorstellen in het Frans
4. Weet je hoe je de -s uitspreekt

Slide 2 - Slide

Klassenregels
We werken rustig samen in de klas.
We respecteren elkaar. We lachen elkaar niet uit en respecteren elkaars mening en antwoorden.
Tijdens het maken van de opdrachten zijn we rustig bezig en gaan we niet kletsen met klasgenoten.
We doen actief mee met de les, we leggen de telefoons dan ook in de telefoontas.
We steken onze vinger op als we iets willen zeggen en/of vragen.
We geven het aan onze docente aan wanneer ons iets dwars zit.
We laten elkaar uitpraten.
We eten en drinken niet in het klaslokaal (behalve in de pauzes).

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken
Vocabulaire A et B
Exercices 13bc et 14ab
Grammaire C 

Slide 4 - Slide

Vocabulaire A

Slide 5 - Slide

Vocabulaire B

Slide 6 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 7 - Slide

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 8 - Slide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (jullie) mères
A
votre
B
vos
C
son
D
sa

Slide 9 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (hun) appartement
A
sa
B
leur
C
son
D
leurs

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

Comment est _________ (jullie) prof d' Anglais?
A
notre
B
votre
C
leur
D
vos

Slide 11 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
.........(Hun) enfants
A
vos
B
leurs
C
leur
D
ses

Slide 12 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
mon ami
D
ma ami

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 14 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 15 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 16 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 4 opties.

_________ (haar) organisation (v)
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 17 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 18 - Quiz

Wat is het juiste bezittelijke voornaamwoord?
..... crayons
A
Ton
B
Ta
C
Tes

Slide 19 - Quiz

Au travail
Ik heb een document via gmail met je gedeeld. Maak deze en stuur hem naar me op. 
Klaar? Begin dan aan bron E: oefening 19abcd en 21 (p.19-21 wb en p. 12 tb)

Slide 20 - Slide

Devoirs: 
Faire: bron E: oefening 19abcd en 21 (p.19-21 wb en p. 12 tb). Alles maken en ook serieus maken

Apprendre: vocabulaire A + B + E (p.39-40 wb), 
Grammaire C (p.10 tb) et Phrases Clés D (P.11 tb)
let op: morgen een oefentoets waarbij je ook een cijfer krijgt om te zien hoe goed je ervoor staat

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide