Overlijden

Na het overlijden
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 23 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Na het overlijden

Slide 1 - Slide

Welke ervaring heb je met het overlijden van zorgvragers?

Slide 2 - Slide

Drie fasen van overlijden
  1. Klinische dood

  2. Hersendood

  3. Biologische dood

Slide 3 - Slide

Klinische dood
  • Verlies van de functies

  • Reanimatie nog mogelijk

  • Na 5 minuten meestal biologische dood

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Pacemaker en ICD

Slide 13 - Slide

Pacemaker
Iemand met een pacemaker kan net zo goed als ieder ander dood gaan. 
Bij ernstig zieke patiënten is de elektrolytenhuishouding vaak ernstig in de war en is hierdoor het hart niet meer prikkelbaar, dus ook niet door een pacemaker.

Slide 14 - Slide

ICD
 Andere functie 
 Een ICD maakt door middel van een schok van zo'n 35-40 Joule een eind aan een veel de snel hartritme (Ventrikel tachycardie of Ventrikel fibrilleren), dat niet met leven verenigbaar is.
 Als een hart zo ziek is, zal er vrij snel weer zo'n gevaarlijk snel ritme optreden, wat de ICD uiteindelijk geen halt meer kan toeroepen.

Slide 15 - Slide

 Wil je dat er op het laatste moment, als het overlijden nabij is, nog dat de drager zulke shocks krijgt? 
 
De ICD kan dan op verzoek van de drager (en familie) en in overleg met de behandelend cardioloog en huisarts in het ziekenhuis worden uitgezet. Dit valt dan wettelijk gezien onder 'een behandeling stoppen'. Eigenlijk is dit hetzelfde als 'niet-reanimeren' (want dat is wat een ICD eigenlijk doet).

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

opdracht
3 groepjes maken.

Slide 23 - Slide