klas 1, week 5, les 1

deze week
onderdeel:   taalverzorging 1 (grammatica zinsdelen)

huiswerk:     woensdag 3 februari- opdr. 3 
                       donderdag 4 februari - geen Nederlands
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

deze week
onderdeel:   taalverzorging 1 (grammatica zinsdelen)

huiswerk:     woensdag 3 februari- opdr. 3 
                       donderdag 4 februari - geen Nederlands

Slide 1 - Slide

deze les
1. instructie taalverzorging grammatica zinsdelen
2. huiswerk bespreken/ nakijken
3. opdr. 3 / extra instructie
4. zelfstandig werken


Slide 2 - Slide

Wat gebeurt hier?
Karim
Ronald

Slide 3 - Slide

Er wordt iets gedaan - geven (werkwoordelijk gezegde)

Slide 4 - Slide

Er wordt iets gedaan - geven (werkwoordelijk gezegde)
Iets of iemand doet iets - Ronald (onderwerp)

Slide 5 - Slide

Er wordt iets gedaan - geven (werkwoordelijk gezegde)
Iets of iemand doet iets - Ronald (onderwerp)
Iets of iemand ondergaat het - een cadeau (lijdend voorwerp)

Slide 6 - Slide

lijdend voorwerp
1. Het onderwerp DOET iets.

2. Het gezegde zegt WAT het onderwerp doet.

3. Met het lijdend voorwerp WORDT iets door het onderwerp GEDAAN.

Slide 7 - Slide

lijdend voorwerp
Wie/Wat + pv + onderwerp (+ overige werkwoorden) = lijdend voorwerp

Slide 8 - Slide

Woensdag gaan de leerlingen van 1mh een oefentoets maken.

Slide 9 - Open question

theorie
Woensdag / gaan / de leerlingen van 1mh / een oefentoets / maken.

pv = gaan


Slide 10 - Slide

theorie
Woensdag / gaan / de leerlingen van 1mh / een oefentoets / maken.

pv = gaan
wg = gaan maken


Slide 11 - Slide

theorie
Woensdag / gaan / de leerlingen van 1mh / een oefentoets / maken.

pv = gaan
wg = gaan maken
ow = de leerlingen van 1mh


Slide 12 - Slide

theorie
Woensdag / gaan / de leerlingen van 1mh / een oefentoets / maken.

pv = gaan
wg = gaan maken
ow = de leerlingen van 1mh
lv = een oefentoets

Slide 13 - Slide

Neem de onderstaande tabel over in je schrift.
zin
pv
wg
ow
lv
1
2
3
4
5
6
totaal

Slide 14 - Slide

opdracht 1
4 pv = ga
ow = ik
wg = ga opzoeken
lv = vrienden van de basisschool 

5 pv = kun
ow = je
wg = kun bekijken
lv = bijzondere schepen 

6 pv = vieren
ow = de grootouders van Max
wg = vieren
lv = hun 50-jarig huwelijksfeest 

1 pv = hebben
ow = wij
wg = hebben gekregen
lv = een groot groentepakket

2 pv = hebben
ow = we
wg = hebben gevonden
lv = nieuwe skates 

3 pv = houdt
ow = een hogedrukgebied
wg = houdt
lv = storingen 

Slide 15 - Slide

Tel per onderdeel je fouten
zin
pv
wg
ow
lv
1
2
3
4
5
6
totaal

Slide 16 - Slide

Heb je:

- Bij (minimaal) één onderdeel drie of meer fout? EN/OF
- In totaal zes of meer fouten?

Dan MOET je meedoen met het bespreken van opdracht 2. 

Heb je:
- Bij alle onderdelen twee of minder fouten? EN/OF
- In totaal vijf of minder fouten?

Dan MAG je meedoen met het bespreken van opdracht 2. Je mag er dan ook voor kiezen om opdracht 2 zelfstandig na te kijken.

Klaar? Maak dan opdracht 3. Dit is huiswerk voor woensdag.

Slide 17 - Slide

Ik doe wel/niet mee met het bespreken van opdracht 2.
Ik moet meedoen.
Ik kies er zelf voor om mee te doen.
Ik doe niet mee.

Slide 18 - Poll

opdracht 2 - samen bespreken
1. Op zaterdag koopt mijn vader altijd croissantjes bij de bakker.
2. Met dit koude weer zitten we het liefst de hele dag in een onesie.
3. Archeologen hebben het graf van Nefertiti gevonden.
4. Op Facebook heeft Herma vandaag haar profielfoto gewijzigd.
5. In januari organiseert de jachthaven Het Zwanengat een grote receptie voor al hun vrienden en bekenden.
6. De backpacker heeft de Engelse kerk verlaten.

Slide 19 - Slide

huiswerk voor woensdag: 

opdracht 3

Jullie gaan woensdag in de les een oefentoets Lezen maken.

Slide 20 - Slide