In deze les bespreken en oefenen we de theorie van par. 12 Grammatica.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H6 Grammatica
In deze les bespreken en oefenen we de theorie van par. 12 Grammatica.
Slide 1 - Slide
Welke vraag moet je stellen om het meewerkend voorwerp te vinden?
Slide 2 - Mind map
Jan gaf de toets aan de leraar.
Wat is 'de toets'?
A
gezegde
B
lijdend voorwerp
C
onderwerp
D
meewerkend voorwerp
Slide 3 - Quiz
Wie heeft gisteren mijn konijn eten gegeven? Wat is 'Wie' ?
A
Onderwerp
B
Meewerkend voorwerp
C
Lijdend voorwerp
D
Bijwoordelijke bepaling
Slide 4 - Quiz
Opdracht: Schrijf de volgende zinnen over en ontleed ze tot en met het meewerkend voorwerp.
Zie jouw stappenplan in het schrift.
1. Gisteren hebben wij u alle benodigde gegevens gemaild.
2. Heeft Belinda die roddels over Heleen ook aan jou verteld?
Onderstreep de persoonsvorm
zinsdelen
wg
o
lv
mv
Slide 5 - Slide
Opdracht: Schrijf de volgende zinnen over en ontleed ze tot en met het meewerkend voorwerp.
Zie jouw stappenplan in het schrift.
1. Gisteren /hebben /wij/ u /alle benodigde gegevens/ gemaild.
zinsdelen
wg = hebben gemaild
o = wij
lv = alle benodigde gegevens
mv = u
Slide 6 - Slide
Opdracht: Schrijf de volgende zinnen over en ontleed ze tot en met het meewerkend voorwerp.
Zie jouw stappenplan in het schrift.
2. Heeft /Belinda /die roddels over Heleen /ook /aan jou /verteld?
wg= heeft verteld
o = Belinda
lv = die roddels over Heleen
mv = aan jou
Slide 7 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Zinsdelen die overblijven als je het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde, lijdendvoorwerp en meewerkend voorwerp hebt bepaald, zijn bijwoordelijke bepalingen.
Let op: een zin kan meerdere bijwoordelijke bepalingen bevatten.
Slide 8 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als:
- Waar?Sommige vogels nesten in oude gebouwen.
- Wanneer?De toets wiskunde is op donderdag.
- Waarheen?Vorige week zijn we naar de film geweest.
- Waarom?Vanwege een ruzie werd de wedstrijd gestaakt.
Slide 9 - Slide
Bijwoordelijke bepaling (bwb)
De bwb kan antwoord geven op de volgende vragen:
waar / wanneer / waarvan(daan) / waarheen / waarom / waardoor / waarmee / waarover / hoe / hoe lang.
De vraagwoorden zelf zijn in een zin ook een bwb.
Slide 10 - Slide
Let op
Niet alle bwb geven antwoord op een vraag. Ook woorden als niet, wel, zeker, absoluut, eigenlijk, allicht, natuurlijk, misschien vermoedelijk, waarschijnlijk zijn bijwoordelijke bepalingen.
Slide 11 - Slide
Noteer de bijwoordelijke bepaling(en) van de volgende zin: In 2020 duurt de meivakantie twee weken.
Slide 12 - Open question
Ontleed de volgende zin: De bladeren bieden ons koele schaduw op warme dagen
Slide 13 - Open question
Aan de slag
1. maken oefening 1 grammatica zinsdelen in je schrift: zie Teams