les 6 formuleren foutieve samentrekking

Welkom 4H

Pak alvast je reader formuleren voor je. We hebben zo eerst pitches!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Welkom 4H

Pak alvast je reader formuleren voor je. We hebben zo eerst pitches!

Slide 1 - Slide

Dagopening

Slide 2 - Slide

Planning pitches
donderdag 01-02 les I
Ole
Noah
donderdag 01-02 les II
Aron
Claire
vrijdag 02-02
Hajar
Jordy en Noah
dinsdag 06-02 
Darrel
Michelle+Hajar
vrijdag 09-02
Timothy 
Youp

Slide 3 - Slide

Deze les
- Drie pitches
- Nakijken opdracht b blz. 13 incongruentie
- Uitleg en oefenen foutieve samentrekking

Slide 4 - Slide

Belangrijke data:
  • Toets formuleren: 
                              - niet vrijdag 16 februari, maar dinsdag 27-02
  • Boekopdracht leesboek 3 (recensie schrijven)
                              - Deadline 22 maart
  • Geef je nieuwe leesboektitel aanstaande vrijdag door!

Slide 5 - Slide

Formuleren nakijken B, blz 16
  • 1. Eneco verwacht dat het gebruik van gas, water en elektriciteit de komende jaren alleen maar verder zullen toenemen.
  • zullen = zal (het gebruik is ev)
  • 2. Een hoop conflicten ontstaan door een gebrek aan onderlinge communicatie.
  • ontstaat (een hoop is ev)
  • 3. De media stelt de politici onnodig kritische vragen die toch niet beantwoord worden.
  • stellen (de media is meervoud)








Slide 6 - Slide

Formuleren nakijken B, blz 16


  • 4. Vorig jaar hebben 1000 liter dieselolie dit strand bevuild.
  • heeft 
  • 5. Hoewel de politie het buitenlandse gezin niet beschermden, ontkent de burgemeester dat er gediscrimineerd wordt.
  • beschermde

Slide 7 - Slide

Foutieve samentrekking
Soms gaat er iets mis bij het maken van een samentrekking.

Wat is eigenlijk een samentrekking?

Slide 8 - Slide

Samentrekking
In een samentrekking zijn herhaalde woorden weggelaten.
Bijvoorbeeld woorddelen of woorden:

  • De blokker verkoopt huis-, tuin- en keukenartikelen.
  • huisartikelen, tuinartikelen en keukenartikelen.
  • De leerlingen haalden hoge en lage cijfers.
  • De leerlingen haalden hoge (cijfers) en lage cijfers.



Slide 9 - Slide

Samentrekking
Of in een samengestelde zin met 'en' of 'maar'.

  • Hij pakte zijn jas en liep naar de deur.
  • Hij pakte zijn jas en (hij) liep naar de deur.
  • Ik heb mijn scooter gekregen en uitgeprobeerd op mijn verjaardag.
  • Ik heb mijn scooter gekregen en (ik heb mijn scooter) uitgeprobeerd op mijn verjaardag.



Slide 10 - Slide

Foutieve samentrekking
Wanneer gaat het mis?
Doe de volgende checks:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde? (meervoud/enkelvoud)
3. rol hetzelfde? (zinsdeel)
4. plaats hetzelfde? (ten opzichte van de persoonsvorm)




Slide 11 - Slide

Betekenis niet hetzelfde
Wanneer gaat het mis?
Doe de volgende checks:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde?
3. rol hetzelfde?
4. plaats hetzelfde?




  • 1. Ik ben moe en (ben) daarom vroeg naar bed gegaan.
    (Ben is eerst een kww (iets zijn), daarna een hww bij 'gegaan' = niet dezelfde betekenis.)
     
  • 1. Hij heeft een diploma en (heeft) daar hard voor gewerkt.
    (Heeft betekent eerst: iets bezitten, daarna een hww bij gewerkt = niet dezelfde betekenis.)  

Slide 12 - Slide

Vorm niet hetzelfde (mv en ev)
Wanneer gaat het mis?
Doe de volgende checks:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde?
3. rol hetzelfde?
4. plaats hetzelfde?




  • 2. De vier leerlingen gaan naar het schoolfeest en de docent naar huis. 

    De vier leerlingen (mv) gaan naar het schoolfeest en de docent (ev) GAAT naar huis. 

  • 2. De zaklamp schijnt, maar de straatlantarens ook.  Hoe zit het hier?

Slide 13 - Slide

Rol niet hetzelfde (zinsdelen)
Wanneer gaat het mis?
Doe de volgende checks:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde?
3. rol hetzelfde?
4. plaats hetzelfde?




  • 3. De touwen zaten in de knoop, maar heeft men toch losgekregen.
  • De touwen zaten in de knoop, maar (de touwen) heeft men toch losgekregen.

Slide 14 - Slide

Rol niet hetzelfde (zinsdelen)
Wanneer gaat het mis?
Doe de volgende checks:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde?
3. rol hetzelfde?
4. plaats hetzelfde?




  • 3. De touwen zaten in de knoop, maar heeft men toch losgekregen.
  • De touwen zaten in de knoop, maar (de touwen) heeft men toch losgekregen.
ow
lv

Slide 15 - Slide

Plaats niet hetzelfde? (t.o.v. de pv)
Wanneer gaat het mis?
Doe de volgende checks:
1. betekenis hetzelfde?
2. vorm hetzelfde?
3. rol hetzelfde?
4. plaats hetzelfde?




4. Vanmiddag loop ik een rondje en hoop op mooi weer.
    Vanmiddag loop ik een rondje en (ik) hoop op mooi weer.

Slide 16 - Slide

Argh hoe pak ik dit nou aan?
Stappenplan
  1. Maak de samentrekking ongedaan 
  2. Stel vast wat er is samengetrokken
  3. Doe de vier checks (betekenis, vorm, rol, plaats)
  4. Verbeter de fout (dus: zet er iets bij!)  



Slide 17 - Slide

Nu oefenen
  • Verbeter de foutieve samentrekkingen in opdracht A  (blz. 17 en verder in je reader.)
  • Je mag overleggen met je buurman/buurvrouw. We bespreken opdracht A zo.
  • Klaar met A en B? Zoek in deel 1 van de reader theorie op die je nog lastig vindt. Waarover wil je graag extra uitleg als we gaan herhalen?


Slide 18 - Slide

Nakijken
  • 1: betekenis  +  en ik houd meer van konijnen dan van…
  • 2: vorm (getal)  + en wordt ‘s nachts…
  • 3: betekenis  + en legde daarna de stof…
  • 4: rol  + en die koop ik regelmatig
  • 5: vorm (getal)  + en is een fietspad…
  • 6: betekenis + en ze komt daarom zelden…
  • 7: betekenis  + en is daarom…


Slide 19 - Slide

Nakijken


  • 8: rol  + en die vind ik best mooi…
  • 9: betekenis  + en hij is dan ook…
  • 10: betekenis  + en trok zich niets aan van…


Slide 20 - Slide

Mis je cruciale kennis over grammatica?
(Zinsdelen of woordsoorten?)
Neem zelf verantwoordelijkheid om je kennis op te halen!
Zoek uitleg in je boek of bij Arnoud kuijpers of andere youtube filmpjes. 

Vraag je klasgenoten, of maak een afspraak voor een hulples.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Hij heeft ook per formuleerfout een filmpje

Slide 23 - Slide