What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling woorden 1.3, grammatica 1.4 en spelling 1.5 - 1 kgt
Herhaling 1.3
1 / 29
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g
Leerjaar 1
This lesson contains
29 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Herhaling 1.3
Slide 1 - Slide
Woorden 1.3
Slide 2 - Slide
Welk woord in de volgende zin is een samenstelling:
De slimme leerling was onterecht gezakt voor zijn praktijkexamen.
Slide 3 - Open question
Maak een samenstelling van de volgende woorden:
een tas die je gebruikt om te sporten
Slide 4 - Open question
Grammatica 1.3
Slide 5 - Slide
Wat is de persoonsvorm in de zin?
Wat bakt jouw moeder eigenlijk?
Slide 6 - Open question
Wat is de persoonsvorm in de zin?
Zij koopt haar kleren altijd in de uitverkoop.
Slide 7 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Deze medaille hebben wij vorig jaar verdiend.
Slide 8 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Voor jou ga ik een uitzondering maken.
Slide 9 - Open question
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de zin?
Ik geef deze prachtige taart aan mijn vriend.
Slide 10 - Open question
Verander de zin zo dat de zin in het meervoud en in de verleden tijd staat:
De jongen gaat naar school.
Slide 11 - Open question
Verander de zin zo dat de zin in het enkelvoud en in de tegenwoordige tijd staat:
De leerlingen maakten het huiswerk.
Slide 12 - Open question
Spelling 1.5
Slide 13 - Slide
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd op:
Hij ... (landen) straks op Schiphol.
Slide 14 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd op:
Ik ... (vinden) dat echt niet leuk.
Slide 15 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd op:
Hoe vaak ... (gebeuren) dat nou?
Slide 16 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd op:
Hoe oud ... (worden) je eigenlijk?
Slide 17 - Open question
Schrijf de juiste vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd op:
Hoe oud ... (worden) je vader morgen?
Slide 18 - Open question
Welk woord is goed gespeld?
A
applaudiseren
B
applaudisseren
Slide 19 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
de carriere
B
de carrière
Slide 20 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
de concentratie
B
de consentratie
Slide 21 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
de concurent
B
de concurrent
Slide 22 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
gezamelijk
B
gezamenlijk
Slide 23 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
in gedachten
B
in gedachte
Slide 24 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
kritisch
B
kritish
Slide 25 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
namenlijk
B
namelijk
Slide 26 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
onmiddelijk
B
onmiddellijk
Slide 27 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
de portemonee
B
de portemonnee
Slide 28 - Quiz
Aan de slag!
Extra spelling
opdracht 1 t/m 9.
Klaar
: versterk jezelf par. 1.4 en 1.5
Slide 29 - Slide
More lessons like this
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Taalverzorging 1.3
November 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Training Taalverzorging klas 1TL
October 2021
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
De onvoltooid verleden tijd 'peiltoets' en les
February 2023
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
M2 NE oefentoets PTD hst 1 woorden, grammatica en spelling
October 2020
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2