Les 5.8 Spelling

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Spelling 5.8

Welkom in deze digitale les,

fijn dat je er bent!

In deze les leg ik uit:

• Waar je het document kunt vinden met de opdrachten.
• Hoe je de opdrachten gaat maken.
• De theorie die je daarvoor nodig hebt.
• Wanneer je het af moet hebben.

Hoe maak ik de opdrachten?

Vanaf nu maak je de opdrachten niet (meer) in je schrift of werkboek, maar ga je digitaal, (dus op je I-Pad, of laptop of computer) de opdrachten maken. 

Geef zo duidelijk en uitgebreid mogelijk antwoord.

In de mail zit je doelenkaart voor 5.5, 5.7 en 5.8, gebruik deze goed, zo weet je wat je nog lastig vindt en kun je mij ook de goede vragen stellen.

Er is een vast moment om vragen te stellen via een livestream en je mag mij mailen.

Waar vind ik de lessen van deze week?

• In Magister in je weekrooster, bij de eerste les Nederlands van de week.
• Je doelenkaart krijg je via de mail
  

Uitleg van de theorie les 5.8

• Voltooid deelwoord
• Bijvoeglijk naamwoord

Wanneer heb ik de opdrachten af?

Aan het eind van de week, dus uiterlijk op vrijdag 15 mei heb je de opdrachten af. Maak dus een goede planning voor de hele week.

Ik kan dat digitaal zien, je hoeft deze week niets toe te sturen van het gemaakte huiswerk, behalve wanneer je niet in kunt loggen, dan maak je de opdrachten in je boek en je mailt mij de foto/video van het gemaakte werk.

Doelen les 5.7

• Ik weet waaraan ik een voltooid deelwoord kan herkennen.
• Ik weet dat er in een zin waarin een voltooid deelwoord voor komt, ook          altijd een persoonsvorn van hebben, zijn of worden staat.
• Ik weet dat het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden wordt                  geschreven zoals je het zegt.
• Ik weet dat het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden op een -d of    een -t eindigt. 
• Ik weet wanneer je een -e achter een bijvoeglijk naamwoord schrijft en          wanneer niet.
• Ik kan de dicteewoorden foutloos schrijven

Voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord (VD) is een vorm van het werkwoord. Het staat vaak achteraan in de zin. Een voltooid deelwoord begint vaak met ge-, be-, ver-, her- of ont-.

In een zin met een voltooid deelwoord staat ook altijd een pv van hebben, zijn of worden.

Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden schrijf je zoals je het zegt.

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op -d of -t. Maak het woord langer (zet er een -e achter), dan hoor je of het een -d of -t moet zijn.

Uitlegvideo

In talent vind je bij les 5.8 `lesstof` een uitlegvideo over het voltooid deelwoord. In de dia hierna krijg je hierover ook een uitlegvideo, maak maar een keuze of bekijk ze allebei.

Uitlegvideo

In de dia hierna krijg je een uitlegvideo over het bijvoeglijk naamwoord.

Dicteewoorden

Er staan 8 dicteewoorden in deze paragraaf. 

Ga deze oefenen. Je mag ze gewoon opschrijven of een andere manier bedenken om ze te leren schrijven.

Ga nu oefenen

De opdrachten van 5.8 spelling die je deze week gaat maken zijn:

• bekijk eerst de instructievideo's  over het voltooid deelwoord en het bijvoeglijk naamwoord
• maak opdracht: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, (11), 12 en test jezelf les 4.8
• maak eventueel verrijk jezelf
• 3 x 5 minuten dicteewoorden (opdracht 10) oefenen
• 4 X 5 minuten moeilijke woorden oefenen (les 5.5) met de                                  woordentrainer (I-pad)
• in totaal minimaal een uur lezen in je boek voor de boekpresentatie.

Vragen?

• Je kunt in de onlinesessie (dinsdagmorgen) of tijdens de                                      mentor/vragenuurtjes op woensdag en vrijdag

        vragen stellen. 

• Je mag altijd mailen.

                                               Succes, je kunt het!