Zin -> De sneltekenaar / kan / razendsnel / een spotprent /maken.
- Van welke woorden kun je samen een zinsdeel maken? Die woorden zijn samen een zinsdeel/ Voor de persoonsvorm kan namelijk maar een zinsdeel staan.
- Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde bij elkaar blijven staan als je de woordvolgorde in de zin verandert. Die woorden zijn samen een zindeel.
Tip: zet streepjes tussen de zinsdelen! De pv staat altijd tussen twee streepjes.
Voorbeeld:
De sneltekenaar / kan / razendsnel / een spotprent / maken.
Razendsnel / kan / de sneltekenaar / een spotprent / maken.
Een spotprent / kan / de sneltekenaar / razendsnel / maken.
Et cetera..