Herhaling 1.5

Lesplanning 01-10
Huiswerk bespreken: opdracht: 47, 49 + ?
Terugblik/ herhaling 1.5
Maken opdrachten: 50 t/m 56
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning 01-10
Huiswerk bespreken: opdracht: 47, 49 + ?
Terugblik/ herhaling 1.5
Maken opdrachten: 50 t/m 56

Slide 1 - Slide

Herhaling 1.5

Slide 2 - Slide

Diffusie
actief transport
gefaciliteerd transport
passief transport

Slide 3 - Drag question

Diffusie van een stof gaat altijd...
A
van een hoge naar een lage concentratie, vanzelf
B
van een lage naar een hoge concentratie, vanzelf
C
van een hoge naar een lage concentratie, kost energie
D
van een lage naar een hoge concentratie, kost energie

Slide 4 - Quiz

Diffusie 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Diffusie of
osmose?
A
Diffusie
B
Osmose

Slide 7 - Quiz

Diffusie en osmose zijn een vorm van....
A
actief transport
B
passief transport

Slide 8 - Quiz

Wat is osmose?
A
De verplaatsing van stoffen van een hoge naar een lage concentratie
B
verplaatsing van stoffen over een membraan van een hoge naar een lage concentratie
C
De verplaatsing van water van een hoge waterconcentratie naar een lage waterconcentratie over een membraan
D
de verplaatsing van water van een oplossing met een lage concentratie naar een hoge concentratie over een membraan

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

"Op alle slakken zout leggen"

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe meer opgeloste deeltjes, hoe ___ de osmotische waarde.
A
Hoger
B
Lager

Slide 13 - Quiz

wat gebeurt er met het vloeistofniveau in beide helften?
A
niets
B
bij de 4% zal het dalen en bij de 8% zal het stijgen
C
bij de 8% zal het dalen en bij de 4% zal het stijgen

Slide 14 - Quiz

Welke oplossing heeft de hoogste osmotische waarde?
A
100 ml water met 1000 moleculen NaCl
B
100 ml water met 1000 moleculen glucose
C
50 ml water met 1000 moleculen NaCl
D
50 ml water met 1500 moleculen glucose

Slide 15 - Quiz

Welke percentages moeten er worden ingevuld als er osmose is opgetreden?
? %
? %
3 %
3 %
6 %
6 %
9 %
9 %

Slide 16 - Drag question

Isotoon, hypertoon en hypotoon
Hypertoon = concentratie van oplossing is hoger aan andere oplossing

Slide 17 - Slide

Isotoon, hypertoon en hypotoon
Hypotoon = concentratie van oplossing is lager aan andere oplossing

Slide 18 - Slide

Isotoon, hypertoon en hypotoon
Isotoon = concentratie van oplossing is gelijk aan andere oplossing

Slide 19 - Slide

De vloeistof buiten de cel is in de bovenstaande situaties:
Isotoon
Hypertoon
Hypotoon

Slide 20 - Drag question

Isotoon
Hypotoon
Hypertoon
Turgor
Grensplasmolyse
Plasmolyse

Slide 21 - Drag question

Wat is elke drank ten opzichte van het lichaam?
Hypertoon
Hypotoon
Isotoon

Slide 22 - Drag question

Lesplanning 01-10
Huiswerk bespreken: opdracht: 47, 49 + ?
Terugblik/ herhaling 1.5
Maken opdrachten: 50 t/m 56

Slide 23 - Slide